NIEUWEGEIN - De zorgverzekeraars Univé, VGZ en IZA gaan fuseren. Met de fusie, die voor het eind van het jaar moet zijn afgerond, is Nederlands grootste zorgverzekeraar geboren. Met ruim drie miljoen zorgverzekerden denken de drie klaar te zijn voor een regierol in de Nederlandse gezondheidszorg.

De drie topmannen van respectievelijk verzekeraars Univé, VGZ en IZA zien de zon schijnen, v.l.n.r. Edwin Velzel, Boudewijn Dessing en Chris Driessen.

De Nederlandse gezondheidszorg ondergaat een metamorfose. De traditionele aanbodsturing wordt omgevormd tot een concentratie op de vraag naar zorg. In dit nieuwe zorgstelsel hebben de verzekeraars de rol van regisseur toebedeeld gekregen. Waar ze voorheen voornamelijk 'sluiswachters van kapitaal' waren, moeten ze nu inspelen op de vraag van hun verzekerden en tegen een goede prijs zorg van kwaliteit inkopen.

Als voornaamste reden van de fusie geven de drie verzekeraars dan ook de schaalgrootte. "Met zijn driëen hebben we meer deskundigheid in huis", zo legt VGZ-bestuursvoorzitter Boudewijn Dessing uit. "Die expertise kunnen we uitstekend gebruiken bij de inkoop van zorg van goede kwaliteit." Bovendien denken de drie verzekeraars ook met betrekking tot de inkoopprijs voordelen te kunnen halen. "Maar de nadruk ligt op kwaliteit", verzekert Dessing.

De zorgverzekeraars spelen met hun fusie ook in op de komst van de zogeheten basisverzekering. Deze zorgverzekering - die voor 2005 gepland staat - maakt een einde aan het onderscheid tussen particulier en ziekenfonds-verzekerden.

Of die datum daadwerkelijk wordt gehaald is overigens de vraag. De politiek kan het maar niet eens worden of de premie nominaal of inkomensafhankelijk moet zijn. De drie directeuren zijn wel duidelijk over de invulling van de te betalen premie. "Minstens de helft moet inkomensafhankelijk zijn om de solidariteit te behouden", stelt VGZ-topman Dessing, die ook de nieuwe bestuursvoorzitter van het fusieproduct wordt. "De rest moet nominaal zijn. Op dit gedeelte kunnen de verzekeraars dan concurreren. En dat is precies wat de politiek wil, concurrentie onder de verzekeraars." En met 20% van de zorgverzekeringsmarkt in handen wil Univé-VGZ-IZA die concurrentiestrijd wel aan gaan.

Met de monsterfusie willen de drie verzekeraars ook andere verzekeringen dan die tegen ziektekosten aan gaan bieden. Univé verkoopt nu al onder andere brand-, levens- en autoverzekeringen. De klanten van VGZ en de ambtenaren die bij IZA verzekerd zijn kunnen in de toekomst ook aanbiedingen van dit soort verzekeringen verwachten.

De drie zorgverzekeraars zeggen blij te zijn met de regierol die zij moeten gaan bekleden. "Maar we zitten duidelijk in een omslagperiode", weet Dessing. "Aan de ene kant worden wij verantwoordelijk geacht voor een goede zorginkoop, maar aan de andere kant zijn we nog veel te veel gebonden aan wet- en regelgeving." Als voorbeeld geeft Dessing een initiatief van de huisartsen in Limburg. Die mochten van zorgverzekeraar CZ het geld dat ze bespaarden met het uitschrijven van goedkopere medicijnen in hun zak steken. Als compensatie voor hun te lage vergoeding voor de avond-, nacht- en weekenddiensten. Maar het tarievencollege CTG stak hier een stokje voor. De regeling was volgens het CTG niet conform de vastgestelde prijzen.

Behalve de huidige wet-en regelgeving zorgt volgens de verzekeraars ook de ontbrekende transparantie van de zorgaanbieders ervoor dat zij hun rol van regisseur niet optimaal kunnen uitoefenen. Ze weten simpelweg niets van de geleverde kwaliteit in ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Daar moet volgens Dessing verandering in komen door meer onderzoek te doen naar de praktijken van instellingen. "Het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO timmert wat dat betreft goed aan de weg. Er zou meer met de resultaten van dat instituut gedaan moeten worden."

Als het om een gebrek aan transparantie gaat, steken de verzekeraars ook de hand in eigen boezem. Door de wirwar van ziektepolissen is het bijna ondoenlijk uit te vinden waar een verzekerde de voordeligste premie betaalt. "De vergelijkbaarheid van de premies is inderdaad complex", stelt Univé-topman Edwin Velzel voorzichtig. "Dat moet inderdaad beter."

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 11 maart 2002