LONDEN - 77 maal zegevierde Cambridge, 69 maal arriveerde Oxford als eerste aan de streep. Eén editie, die van 1877, eindigde onbeslist. The Boatrace. Ruim zes kilometer Theems scheiden Puntney Bridge en het in Mortlake gelegen Chiswick Bridge. Een afstand die meer dan het verschil bepaalt tussen winnen en verliezen. Het gaat om roem. Onvergankelijke roem. Weet ook Gerritjan Eggenkamp. Op 30 maart maakt de 26-jarige roeier namens Oxford zijn opwachting tijdens de roeiwedstrijd aller roeiwedstrijden. Als eerste Nederlander kan hij zich onsterfelijk maken in het Verenigd Koninkrijk. Eigenlijk, zo stelt hij, is het niveau niet zo heel erg bijzonder. Maar er is meer tussen hemel en aarde als het gaat om Oxford of Cambridge. Veel meer.
Vier mijl en 374 yards, een slordige zes en halve kilometer, scheiden hem nog van onsterfelijkheid. Tenminste, als de acht van Oxford over drie weken sneller over de Theems vaart dan de vermaledijde concurrent uit Cambridge. Dan wordt roeier Gerritjan Eggenkamp voor de rest van zijn leven bij iedere sollicitatie bijna meteen aangenomen. Althans, in het sportgekke Engeland. Hij heeft dan gestudeerd in Oxford - een pre. Hij heeft er geroeid, ook een bonuspunt. Hij heeft als Blue zijn universiteit vertegenwoordigd op de meest prestigieuze roeiwedstrijd van het jaar; een geweldige eer. Maar als de boot van de donkerblauwen uit Oxford weet te winnen van de lichtblauwen uit Cambridge, wacht Eggenkamp roem. Onvergankelijke roem.
Volgens aloude traditie (vanaf 1829, immers) heeft de president van de roeiers van Oxford deze week zijn collega van Cambridge uitgedaagd voor een wedstrijd op de Theems. En zo wordt er ook op zaterdag 30 maart gevaren van Putney naar Mortlake. Ditmaal was Oxford de uitdager, omdat het vorig jaar de 147ste editie van The Boatrace verloren heeft. President Ben Burch stelde bij die gelegenheid aan de verzamelde pers ook zijn roeiers voor waarmee hij de race in wil gaan.
Proudly presented: Gerritjan Eggenkamp. 26 jaar, lengte 1.96 meter, gewicht 93 kg. Student aan het Stedelijk Gymnasium Haarlem, de Technische Universiteit Delft en nu het Keble College. Eerste Nederlandse roeier ooit in de fameuze Engelse acht.
Een verrassing? "Eigenlijk niet. Of beter: natuurlijk niet", laat Eggenkamp de bescheidenheid varen. "In de boot en tijdens testen op de ergometer heb ik vanaf het begin bij de besten gezeten. Bovendien roeien we nu al behoorlijk lange tijd in een bijna vaste opstelling. Voor mij was de zwaarste selectie eigenlijk de allereerste hier in Oxford. Het toegelaten worden tot de studie. Het Keble College, waarvoor ik me had aangemeld, wilde me graag hebben. Men is er trots op als een student van het College in de universiteits-acht kan komen. Maar de faculteit waar ik mijn studie management research, een combinatie van organisatiekunde en economie, zou moeten doen, wil alleen maar studenten die hard werken en geen gekke dingen naast hun studie doen. Daar heb ik juist moeten verzwijgen dat ik al zoveel roei-ervaring had."
Eggenkamp begon op zijn twaalfde met roeien bij Het Spaarne in Heemstede. Hij zat in de Nederlandse équipe op een jeugd- en diverse senioren-WK's. Zijn twee overwinningen op de Skiffhead en het nationaal kampioenschap in de skiff, vorig jaar, vormden de hoogtepunten uit zijn loopbaan. De achtste plaats met de zogenaamde tweede Holland Acht tijdens de Olympische Spelen van Sydney in 2000 het dieptepunt.
Met zijn 26 jaar is hij een van de oudsten van Oxford, dat verder vooral bestaat uit jonge studenten met veel roei-ervaring. Omdat de Engelsen natuurlijk moeite hadden met zijn voornaam kreeg hij al gauw een bijnaam: Big G. Midden in de selectietijd moest Eggenkamp ook nog 'omgeboord' worden. In plaats van op bakboord roeit hij nu op stuurboord. Een beter bewijs dat coach Sean Bowden hem er per sé bij wilde hebben, was nauwelijks denkbaar. "Big G is okay", was het standaardantwoord van de coach als naar de kansen van de Nederlander gevraagd werd. En dat bleek bij de bekendmaking van de namen.
Eggenkamp koos niet voor de zwaarste studie in de klassieke Engelse studentenstad. Voor hem was het deelnemen aan The Boatrace toch een soortement van jongensdroom. Er zou genoeg tijd moeten zijn voor het zeer zware trainingsprogramma. "Ik was afgestudeerd in Delft en wilde toch nog graag een vervolgstudie ergens in het buitenland doen. Omdat je dat hier met roeien kunt combineren, heb ik voor Oxford gekozen. Ik doe hier een vak waar ik zeker veel aan heb en ik vat het serieus op. Maar het roeien is nu het belangrijkste. En intussen heb ik geweldig veel plezier in de hele voorbereiding op The Boatrace. Het is gewoon geweldig om dit allemaal zo van dichtbij mee te mogen maken. Het hoogtepunt tot op heden vond ik de dag van de Trials Eights. We voeren met de laatste zestien overgebleven kandidaten van de veertig waarmee we zijn begonnen in twee achten op de Theems het wedstrijdtraject waar het straks moet gebeuren. De ploegen waren door de coach zo samengesteld, dat ze ongeveer gelijkwaardig zouden zijn. Gelukkig bleek mijn boot toch net iets meer gelijkwaardig te zijn dan de andere boot. Na afloop was er een mooi diner met die zestien roeiers waaruit de definitieve boot gekozen zou worden. Je hebt samen immers dat gehele traject van die lange, zware trainingen doorlopen en daardoor groei je toch uit tot een eenheid. Waarvan, helaas, de helft nog moet afvallen."
Die dagen van de trials, één voor Oxford en één voor Cambridge, horen bij de traditie in Engeland. De races worden gevolgd door meerdere boten met journalisten en de resultaten en conclusies worden in de pers breed uitgemeten. Dan volgen nog de dagen van het sparren tegen goede Engelse verenigingen, zelfs tegen het Leander van de Engelse internationals. Dan weet een ploeg wel zo ongeveer hoe het met de kwaliteit gesteld is. "We hebben beide heel goede ploegen. Op een wereldkampioenschap zouden we geen medaillekandidaat zijn, maar we zouden wel goed met de top mee kunnen komen. Het onderlinge verschil wordt heel klein ingeschat. De ploeg van Cambridge heeft op papier meer sterke namen, wij lijken meer een eenheid. Men verwacht een zeer spannende race."
De studie in Oxford duurt voor Eggenkamp maar één jaar, waardoor zijn deelname aan The Boatrace vermoedelijk een eenmalige aangelegenheid zal blijven. "Als je klaar bent met je studie moet je weg en je mag echt alleen maar voor je universiteit varen als je fulltime-student bent. Maar het kan zo zijn dat men je vraagt voor een promotie en dan kun je blijven meedoen. Zo kwam Boris Rankov aan zes overwinningen voor Oxford. Voor mij geldt echter dat ik voor een eventuele deelname aan de Olympische Spelen van Athene, in 2004, volgend jaar in een goede ploeg mee moet doen, die zich kwalificeert. Ik ben van mening dat mijn internationale carrière nog niet ten einde is. Het kan dus best wel eens zo zijn dat het bij dit ene optreden als Blue blijft. Dit seizoen blijf ik wel helemaal voor Oxford varen. Na de race komt de tijd van de examens, in april en in juni. Dat is belangrijk voor me. Straks hebben we in Oxford ook nog de regatta van de Summer Eights. Dat is een wedstrijd waarin alle 35 plaatselijke colleges tegen elkaar strijden. Dat lijkt me ook geweldig leuk. En we gaan met een deel van onze acht in juli meedoen in Henley. Daar ben ik nog nooit geweest en daar hoor ik ook allerlei mooie verhalen over. Zo wordt dit in ieder geval een heel Engels seizoen. En volgend jaar kijk ik weer verder."
Eggenkamp staat in Engeland als first ever midden in de publiciteit. Hij is de eerste Nederlandse roeier in The Boatrace. In 1994 voer Irene Grimberg mee in de vrouwen acht van Oxford, op een traject van 2 kilometer in Henley. Drie jaar later was René Mijnders coach van Oxford. Maar daarmee was het meteen gedaan wat betreft de Nederlandse inbreng in het duel aller roeiduels. Eggenkamp is de eerste Nederlandse roeier in de échte race. En dat is koren op de Engelse molen, het land waar over drie weken alles wijkt voor het treffen tussen Oxford en Cambridge. Wie de langste roeier was, de zwaarste, de oudste en de jongste, wanneer de eerste keer was dat een vrouw stuurde - alles weten de Engelsen over de race. Zo ook dat bij voorgaande gelegenheden de ploeg met Nederlandse inbreng steevast verloor. Ook op dat vlak kan het dus een first ever worden voor Eggenkamp.
Als hij uiteindelijk bij Putney Bridge aan de start ligt, heeft hij door de lange, uitputtende trainingen een conditie die het niveau van Sydney evenaart. En dat is nodig ook, voor deze bijzondere wedstrijd. "Ik was in het voorjaar nog nooit van mijn leven al zo goed en sterk als nu. Het is natuurlijk ook wel een heel bijzonder jaar, met een hoogtepunt dat eigenlijk al heel vroeg in het seizoen ligt. En ik weet nu waarom het zo'n zware wedstrijd is. Ten eerste gaat het over ruim zes kilometer, dus het is een lange-afstandswedstrijd. Maar als je vóór de eerste bocht van de Theems te veel achter komt te liggen, heb je vrijwel verloren. Dus je moet in het begin van de wedstrijd al sprinten voor je leven. Dat sprinten vanaf het begin, en dan niet meer afgeven, dát aspect maakt het ongelooflijk zwaar."
Maar de beloning bij Chiswick Bridge, in zuidwest-Londen, is er - bij winst - dan ook naar. Roem. Onvergankelijke roem.