AMSTERDAM - De Amerikaanse Justitie overweegt accountantsconcern Arthur Andersen in staat van beschuldiging te stellen wegens het belemmeren van de rechtsgang in het schandaal rond de ondergang van energieconcern Enron.
De accountant is naar verluidt met Justitie in onderhandeling getreden over de voorwaarden van een schikking, waarmee een strafzaak zou worden voorkomen.
De op handen zijnde aanklacht heeft betrekking op de door Andersen toegegeven vernietiging van grote hoeveelheden Enron-documenten aan de vooravond van het geruchtmakende faillissement eind vorig jaar.
Justitie vermoedt dat het Andersen-hoofdkantoor in Chicago nauw betrokken was bij de vernietiging van documenten.
De ontslagen accountant David Duncan heeft eerder tegenover het Congres in Washington de lezing van Andersen weersproken dat hij op eigen houtje zou hebben gehandeld. Volgens Duncan onderhield topjuriste Nancy Temple hem opvallend vaak over het 'documentenbeleid'.
Zelfs nadat de Amerikaanse beurstoezichthouder SEC een onderzoek naar het Enron-debacle had aangekondigd, ging het team van Duncan in Houston door met het vernietigen van e-mails en papierwerk "in afwachting van instructies van het hoofdkantoor", zo verklaarde Duncan.