SALT LAKE CITY - Het bezoek van Willem-Alexander en Máxima aan de Paralympics is de kroon op hun sportieve carrière. Al zeggen de vier Nederlandse topsporters het koninklijk bezoek niet als een extra druk te ervaren. Vereerd voelen zij zich daarentegen wel wanneer zij vanavond allemaal onder toeziend oog van het kersverse echtpaar met de Nederlandse driekleur het Rice-Eccles stadion binnenwandelen tijdens de officiële opening.
|
De Nederlandse ploeg in Salt Lake City bestaat uit vier sporters en hun begeleiders: (vanaf derde van links) skiër Kjeld Punt, biatleet Arnold Polderman, skiër Martijn Wijsman en biatlete Marjorie van de Bunt en chef de mission Henk van Lint (geheel rechts). (Foto: anko stoffels)
|
Alles hebben ze er het afgelopen jaar voor opzij gezet om erbij te mogen zijn in Salt Lake City. Want de kwalificatie-eisen van NOC*NSF logen er niet om. Zo moesten de biatleten Marjorie van de Bunt (33) en vlaggendrager Arnold Polderman (49) dit seizoen twee keer tijdens de Worldcup het podium zien te bereiken, wilden zij uitgezonden worden naar de achtste wintereditie van de Paralympics. En ook de twee Nederlandse skiërs Kjeld Punt (24) en Martijn Wijsman (28) moesten zich twee keer bij de topvijf van de wereld scharen voor een ticket.
"Ze hebben aan de hoog gespannen verwachtingen voldaan. Niet voor niets hebben we hier stuk voor stuk te maken met medaillekandidaten", weet chef de mission Henk van Lint niet zonder trots te melden. Hij bestrijdt dat Nederland met een kleine afvaardiging aanwezig is. "Wij hebben juist een hele grote ploeg voor een land zonder sneeuw en bergen. Het Nederlandse publiek is gewend aan een afvaardiging met twintig schaatsers, maar dat onderdeel staat bij de Paralympics niet op het programma. Dat betekent dat bij de Winterspelen alleen Nicolien Sauerbreij ons land had vertegenwoordigd, terwijl wij hier met vier wintersporters zijn vertegenwoordigd die kans maken op eremetaal."
"Daarom wordt dit mijn laatste kunstje. Na twintig jaar is het genoeg geweest, ik heb mijn kroost het afgelopen jaar nauwelijks gezien en op mijn werk ben ik al bijna een jaar niet verschenen. Ik zal alles op alles zetten mijn carrière hier op een passende manier af te sluiten."
Aan stoppen wenst vlaggendrager Arnold Polderman voorlopig nog niet te denken. "Mijn hele leven bestaat uit sport", lacht de nestor van de Nederlandse equipe, die vanwege zijn visuele handicap tijdens de wedstrijden wordt bijgestaan door een gids. Polderman, die ooit de Tour de France voor tandems op zijn naam wist te brengen, droomt van een medaille op zijn overigens pas eerste Paralympics. "Maar dan moet ik wel een superdag hebben en alles raakschieten in tegenstelling tot mijn concurrenten."
Hetzelfde geldt voor de twee Nederlandse alpineskiërs Kjeld Punt en Martijn Wijsman, die beiden één been missen. "Het is echt niet zo dat wij geen bocht kunnen draaien, maar alles moet op zo'n dag meezitten en je moet een engeltje op de punt van je lat hebben", zegt Punt. "Wij behoren absoluut tot de top, maar de eerste tien liggen zo dicht bij elkaar, dat de vorm van de dag het verschil maakt", vult Wijsman aan.
Over belangstelling zeggen de Nederlandse atleten overigens niet te klagen te hebben. "We krijgen steeds meer aandacht. Kijk alleen maar naar het aantal accreditaties die door de pers is aangevraagd. Zeshonderd in totaal. In Nagano was dit nog niet eens de helft", aldus Van Lint, die de afgelopen decennia desastreus noemt voor de aangepaste sporter.
Sinds Sydney is hierin verandering gekomen. "Terecht", zegt Van de Bunt. "Mijn Noorse concurrente is een bekendheid in haar land. Al haar wedstrijden worden daar rechtstreeks op televisie uitgezonden. Hetzelfde geldt voor Duitsland, maar gelukkig lijkt er ook in Nederland een ommekeer gaande, al zijn we er nog lang niet."