DEN HAAG - Werknemers in het midden- en kleinbedrijf kunnen voortaan belastingvriendelijk de onderneming van hun baas overnemen. Wanneer werknemers ten minste drie jaar in het bedrijf hebben gewerkt, hoeft er over de zogeheten fiscale en stille reserves - ofwel de groei van de economische waarde van de onderneming en de boekwaarde van bijvoorbeeld een bedrijfspand - geen belasting te worden betaald.
|
Staatssecretaris Wouter Bos komt met de voor het MKB belastingvriendelijke maatregel tegemoet aan de wens van een meerderheid van de Tweede Kamer. (Foto: PETER-VINCENT SCHULD/SCHULD)
|
Met deze maatregel wil staatssecretaris Bos (Financiën) de vele bedrijfsoverdrachten die de komende jaren in Nederland op stapel staan, aanzienlijk versoepelen. De belastingvrijstelling, in het fiscale jargon de 'geruisloze doorschuiving' genaamd, geldt al voor bepaalde familieleden en ook voor medeondernemers die de zaak van de directeur-eigenaar overnemen. Met de uitbreiding van het fiscale voordeel naar 'gewone' werknemers is jaarlijks zo'n €3 miljoen gemoeid, schat Bos. De maatregel, die binnenkort bij Koninklijk Besluit wordt ingevoerd, geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2002.
Hiermee komt Bos tegemoet aan de wens van een ruime meerderheid in de Tweede Kamer. Vooral de coalitiepartners PvdA, VVD en D66 hebben bij de staatssecretaris aangedrongen op een verruiming van de geruisloze doorschuiving. Normaal gesproken moet de ondernemer die zijn bedrijf verkoopt een fors bedrag aan belasting betalen. Gebruikelijk is dat deze 'pijn' wordt opgenomen in de overnameprijs, die daardoor vaak zeer hoog wordt voor de overnamekandidaat. Daardoor komt er in veel gevallen van een daadwerkelijke overname niets terecht en is de ondernemer gedwongen zijn bedrijf voort te zetten, of genoegen te nemen met een hoge belastingaanslag.
De komende tien jaar wordt alom verwacht dat tienduizenden 'babyboomers', geboren aan het einde van of net na de Tweede Wereldoorlog, hun onderneming willen verkopen. Volgens de ondernemersorganisatie MKB-Nederland, die de steun kreeg van de Kamer, zouden veel van deze overdrachten worden belemmerd door de torenhoge fiscale druk. Naaste familieleden hadden al een vrijstelling en sinds het nieuwe belastingstelsel 2001 geldt dat ook voor medeondernemers. Dat zijn personen die met de directeur-eigenaar gedurende minstens drie jaar een samenwerkingsverband hebben gesloten om gezamenlijk het bedrijf te voeren. Maar volgens MKB en de Kamer was dat niet voldoende om te voorzien in de grote vraag van ondernemers naar een soepele fiscale overdracht. Vandaar dat de Kamer Bos aan het werk heeft gezet.
Eerst heeft Bos op zijn departement een uitvoerige analyse laten maken van de mogelijkheden om de geruisloze doorschuiving uit te breiden. Zo is overwogen de belastingvrije regeling in de familiesfeer uit te breiden. Ook is gekeken naar de mogelijkheid dat de ondernemer die zijn bedrijf verkoopt de keus krijgt over slechts een gedeelte van de fiscale en stille reserves af te rekenen, de zogeheten 'doorschuiving à la carte'. Daarnaast zou de overnameprijs in een soort 'schulderkenning' van de koper ten opzichte van de verkoper kunnen worden gegoten. In dat geval hoeft er niet contant te worden afgerekend.
Maar volgens Bos kleven aan al deze varianten juridische en administratieve nadelen. Bovendien zou het de staatskas te veel geld gaan kosten. Vandaar dat hij heeft gekozen voor een uitbreiding van het belastingvoordeel naar werknemers die ten minste drie jaar in de zaak hebben gewerkt. Dat is juridisch en administratief de gemakkelijkste weg, aldus Bos. Eisen stellen aan de zwaarte van de rol die de werknemers gedurende die drie jaar hebben gespeeld of aan de wijze waarop het bedrijf wordt voortgezet, is volgens Bos door de Belastingdienst zeer moeilijk te controleren.
Daarom heeft de bewindsman gekozen voor een vrij eenvoudige regeling.