TOKIO - De dreigende ondergang van het middelgrote bedrijf Sato Kogyo is een duidelijk signaal dat het in Japan gedaan is met het krediet aan de bouwsector. Voorlopig heeft het bedrijf met een totale schuld van 590 miljard yen (€5,03 miljard) uitstel van betaling aangevraagd. De banken waren niet langer bereid financiële injecties in deze bodemloze put te pompen. In 1999 wist Sato Kogyo nog voor een bedrag van 110,9 miljard (€945 miljoen) aan schulden kwijtgescholden te krijgen. Nu bleef de geldkraan dicht.

|
Hiroshi Yoshida. (Foto: REUTERS)
|
"Het klimaat in de bouwsector is zodanig verslechterd, dat we niet meer op eigen benen kunnen staan. Daarom kunnen we ook geen scenario voor het komende fiscale jaar schrijven." Zo meldde Sato Kogyo's Hiroshi Yoshida tijdens de persbijeenkomst op zondag. "We moesten deze harde maatregel nemen." Het tiende middelgrote bouwbedrijf had met ruim drieduizend werknemers vorig jaar nog een omzet van 473 miljard yen tegenover 500 miljard yen schuld.
Het bedrijf, dat in de jaren tachtig luxueuze vakantieparken bouwde en in talrijke vastgoedprojecten investeerde, had een waaier van leningen uitstaan bij kredietbanken en weinig vooruitzichten op winstgevende projecten. Zo bestond bijna de helft van de omzet uit openbare werken, zoals het bouwen van tunnels en bruggen, terwijl dergelijke provinciale projecten laag op het prioriteitenlijstje van de huidige regering staan. Bovendien staan de banken onder druk om voor het einde van het fiscale jaar op 31 maart hun slechte leningen verder weg te werken. Het besluit om Sato Kogyo niet langer te helpen, wordt gezien als een teken, dat het hervormingsbeleid van premier Junichiro Koizumi eindelijk effect begint te krijgen.
Sato Kogyo is het tweede middelgrote bouwbedrijf dat in het afgelopen jaar ten onder is gegaan. In december moest Aoki haar deuren sluiten. Sato Kogyo is, samen met acht dochterondernemingen, vooralsnog het grootste faillissement van 2002 en alweer het negende beursgenoteerde bedrijf dat in de eerste maanden van dit jaar failliet is gegaan. In heel 2001 waren dat er in totaal veertien.
Er is nog een kleine kans dat de rechtbank het bedrijf in afgeslankte vorm een doorstart laat maken of dat het zal fuseren met een aantal concurrenten, maar analisten menen dat het niet goed is een 'zombie' in leven te houden.
Diverse middelgrote bouwbedrijven overwegen fusies of zijn in onderhandeling met kredietverleners over aanvullende leningen. Veel bouwbedrijven hebben tot nu toe de economische malaise overleefd met hulp van de kredietbanken. Hazama en Tobishima moeten snel met duidelijke reorganisatieplannen op de proppen komen, wil hun niet hetzelfde overkomen als Sato Kogyo, zo menen analisten. Andere bouwers met het water aan de lippen zijn Fujita, Sumitomo Bouw and Mitsui Bouw. Deze drie overwegen een alliantie om de felle concurrentie het hoofd te kunnen bieden. De vraag is wie volgt in dit saneringsproces en hoeveel banen op de tocht komen te staan. De bouwsector verschaft werk aan 10% van de beroepsbevolking.