DEN HAAG - Staatssecretaris Ybema (Economische Zaken) is enthousiast over de enkele jaren geleden doorgevoerde vermindering van het aantal Kamers van Koophandel. Omdat ook de huidige gebiedsindeling nog niet optimaal is, zouden echter over enkele jaren opnieuw Kamergebieden moeten samengaan.

|
GERRIT YBEMA
...gebieds-indeling nog niet optimaal... (Foto: © Dijkstra b.v.)
|
Dat schrijft de bewindsman in een brief die recent aan de Kamers van Koophandel is toegestuurd en waarin de uit 1997 stammende Wet op de Kamers van Koophandel wordt geëvalueerd. Het standpunt gaat binnenkort ook naar de Tweede Kamer.
Vier jaar geleden werd het aantal Kamers van Koophandel verminderd van 34 tot 21, omdat het aantal te groot was om effectief de belangen van het regionale bedrijfsleven te bevorderen. Volgens Ybema blijkt uit de evaluatie dat dit een succes is geworden.
"De bevordering van de belangen van het regionale bedrijfsleven is effectiever geworden, er is meer samenhang gekomen tussen de deelregio's in het gebied en er zijn efficiëntievoordelen behaald", zo schrijft de bewindsman aan de Kamers. Bovendien heeft de schaalverdeling geen negatieve gevolgen gehad voor de bereikbaarheid van de Kamers. Het totaal aantal hoofd- en nevenvestigingen nam ondanks de afname van het aantal Kamers immers toe van 40 in 1992 tot 56 nu, terwijl tevens internet steeds belangrijker wordt voor direct contact.
"Uitgaande van economisch en bestuurlijk samenhangende gebieden is de huidige gebiedsindeling voor alle Kamergebieden echter nog niet optimaal", zo concludeert Ybema. "De verdergaande schaalvergroting van openbaar bestuur en economische regio's roept bij mij de vraag op in hoeverre het aantal Kamers niet nog te groot is".
De bewindsman denkt niet dat direct actie nodig is, maar wil wel snel kijken in hoeverre de gebiedsindeling verder kan worden verbeterd. Ybema zal daarbij ook de Kamers zelf vragen de mogelijkheden van samengaan actief te onderzoeken waarna eind 2004 of begin 2005 knopen moeten worden doorgehakt.
Uit de reactie van de bewindsman op de evaluatie van de Wet op de Kamers van Koophandel blijkt verder dat Ybema minder goed te spreken is over de wijze waarop de Kamers zijn overgestapt op één centraal landelijk Handelsregister. Ondanks de opzet van dit centrale register is uit onderzoek gebleken dat veel regionale Kamers er nog steeds hun eigen deelregisters op nahouden. Ybema vindt dit een slechte zaak en wil dat de deelregisters alsnog snel verdwijnen, zodat het centrale Handelsregister de leidraad wordt.
Ook rondom de kostenstructuur van de Kamers van Koophandel moet volgens Ybema meer openheid komen en functioneert het systeem nog niet zoals in 1997 was afgesproken.
Zo blijken veel Kamers het voorgeschreven systeem van profijtbeginsel nog lang niet altijd toe te passen en wordt nog steeds te veel gebruik gemaak van inkomsten uit heffingen . "Het profijtbeginsel is niet de basis van de financiering geworden. Tevens is de ratio retributies/hefffingen nauwelijks verbeterd."
Om het inzicht in de kostenstructuur van de Kamers te verbeteren wil Ybema daarom de begroting en de jaarrekeningen van de Kamers transparanter maken. Daarnaast kan de onderlinge vergelijkbaarheid van de prestaties van de Kamers worden verbeteren. Dit kan volgens Ybema door de Kamers te verplichten de verhouding tussen inkomsten uit heffingen en retributies te publiceren.