DEN HAAG - De Nederlandse economie dreigt de komende tien jaar duidelijk minder sterk te groeien dan de afgelopen jaren indien niet snel een goed antwoord wordt gevonden op de huidige zwaktes zoals een lager arbeidsaanbod, de vergrijzing en de relatief lage participatiegraad.

Dat blijkt uit de gisteren door minister Jorritsma (Economische Zaken) gepresenteerde Toets op het Concurrentievermogen, waarin Nederland kritisch wordt vergeleken met een aantal andere westerse landen.

Hoewel Nederland het recent relatief goed heeft gedaan op het punt van economische groei komen duidelijk een aantal zwakke plekken naar voren nu het economisch minder gaat.

"Nederland hoort weer bij de koplopers in Europa, maar het kan nog beter", aldus Jorritsma, die constateert dat ons land op een aantal onderdelen duidelijk minder scoort in vergelijking met andere Europese landen, de VS en Japan.

Zo blijkt de recente extra groei in Nederland vooral het gevolg van de groei van de werkgelegenheid, maar viel de ontwikkeling van de productiviteit juist tegen.

Nu het arbeidsaanbod afneemt dreigt vooral het grote aantal mensen dat in ons land aan de kant staat de groeimogelijkheden te beperken.

"Er zullen dus extra prikkels moeten komen om meer te werken", aldus Jorritsma, die wees op het hoge aantal wao-ers, het relatief lage aantal werkende vrouwen en veel oudere werknemers die vervroegd met pensioen gaan. "Dat brengt een onnodige verkrapping van de arbeidsmarkt met zich mee en een voor de internationale concurrentie ongewenste ontwikkeling van de arbeidskosten.

Ook de bereikbaarheid is een punt waarop Nederland slecht scoort als gekeken wordt naar andere landen. Zo scoren Frankfurt, Londen en Parijs veel beter dan Rotterdam, Utrecht, Den Haag en hekkensluiter Amsterdam als het gaat om files en bereikbaarheid. Zo blijkt het aantal file-uren in Nederland tussen 1990 en 2010 ruimschoots te verdubbelen.

Een ander zwak punt van de Nederlandse economie vormt de innovatie en de uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling. "De Nederlandse innovatieprestaties zijn in Europees perspectief mager", aldus Jorritsma, die wil dat bedrijven en kennisinstituten meer gaan samenwerken.

Verder heeft Nederland op het gebied van de belastingen moeite goed te concurreren met andere Europese landen. "De belastingdruk is hier erg hoog", aldus Jorritsma, die de vennootschapsbelasting het liefst wil verlagen van 34,5 naar 30%.

Ook de administratieve lastendruk voor bedrijven moet verder omlaag, terwijl ook op het punt van de beschikbaarheid van bedrijfsterreinen problemen zijn. "Qua bedrijfsterreinen doen we het niet zo goed. De ruimte is schaars en Frankrijk en Duitsland scoren duidelijk beter", aldus Jorritsma, die vooral meer hoogwaardige bedrijfsterreinen wil.

Ons land scoort op een aantal andere terreinen wel goed in internationaal verband.

zoek naar gerelateerde artikelen

vr 1 maart 2002