DEN HAAG - Twee bestuursleden van de HBO-raad, de overkoepelende organisatie voor hbo-scholen, zijn gisteren onmiddellijk opgestapt nadat de instellingen waar zij werken betrokken blijken te zijn bij mogelijke frauduleuze inschrijvingen van studenten.
De afgetreden leden De Greef en Houwen blijven wel aan als bestuursvoorzitter van hun hogescholen in Utrecht en Groningen, omdat zij zich willen verdedigen in het onderzoek dat justitie naar de fraude start. "Als zij waren aangebleven in de raad, zou er een belangenconflict kunnen ontstaan'', aldus voorzitter Leijnse.
De in opspraak geraakte hbo-scholen erkennen dat zij waarschijnlijk in strijd met de regels hebben gehandeld bij de inschrijvingen van studenten, maar zij betwisten dat het om fraude gaat. Wel zijn zij bereid om mogelijk ten onrechte uitgekeerd overheidsgeld terug te betalen.
De Tweede Kamer staat achter het vertrek van de bestuursleden van de HBO-raad, maar betitelt tegelijkertijd het accountantsonderzoek van minister Hermans (Onderwijs) als 'volstrekt onvoldoende'. Een Kamermeerderheid van PvdA, CDA en D66 overweegt de Algemene Rekenkamer in te schakelen die nadere gegevens over de fraude boven tafel moet zien te krijgen.
Zo wil de Kamer onder meer weten waarom niet alle klachten van de klokkenluiders zijn onderzocht. Bovendien roepen PvdA, CDA en D66 Hermans op precies aan te geven wanneer hij op de hoogte werd gebracht van de vermeende frauduleuze handelingen en welke acties hij heeft ondernomen.
"Als ik een cijfer moet geven voor de informatie die we nu hebben gekregen, dan is dat een dikke onvoldoende voor Hermans. Zijn geloofwaardigheid staat op het spel'', aldus Hamer, die voor haar Kamerlidmaatschap werkzaam als ambtenaar op het ministerie van Onderwijs was.
Voorzitter Leijnse van de HBO-raad ontkent overigens opnieuw bij hoog en laag dat zijn koepelorganisatie al jaren geleden op de hoogte was van de frauduleuze praktijken die de accountants nu aan het licht hebben gebracht: "Wij hebben in 2000 wel een gedragscode opgesteld, maar dat gebeurde nadat hbo-instellingen hadden vastgesteld dat de regels niet duidelijk waren. Over overtredingen was ons niets bekend.''
D66 plaatst grote vraagtekens bij de opvattingen van Leijnse. "Een gedragscode wordt in de meeste gevallen opgesteld als er iets is misgegaan. Ik kan me bijna niet voorstellen dat het om een voorzorgsmaatregel ging'', aldus D66-Kamerlid Lambrechts.
Minister Hermans, die inmiddels aangifte heeft gedaan, onderzoekt of hij de in opspraak geraakte hogescholen een boete kan opleggen. Daarnaast sluit hij niet uit dat ook op andere hogescholen en universiteiten de komende tijd onregelmatigheden aan het licht worden gebracht. "Alle signalen die wij hebben binnengekregen worden onderzocht."