|
Gemeenten en provincies vrezen dat investeringsbeloften op de lange baan worden geschoven.
|
DEN HAAG - De bouw van wegen, spoorlijnen en vaarwegen zit in het slop. Liefst 40 van de 138 infrastructurele projecten (29 procent) die zijn opgenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) van verkeersminister Netelenbos lopen vertraging op.
Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) naar de planning en uitvoering van infrastructurele projecten. Opdrachtgever is het Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB) dat vandaag de uitkomsten officieel zal publiceren.
Het EIB constateert verder een financieel 'gat' van zo'n 1,8 miljard euro wanneer alle geplande projecten die klaar zijn voor uitvoering ook daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden.
Tot 2006 is voor deze projecten 2,6 miljard euro beschikbaar, terwijl er bijna 4,5 miljard euro nodig is. In totaal is er voor lopende en nieuwe projecten circa 17 miljard euro beschikbaar in het zogenoemde Infrastructuurfonds voor de periode 2002-2006.
Het AVBB noemt de gesignaleerde problemen 'zeer ernstig' en kondigt tevens een vervolgonderzoek aan naar de oorzaken van de problemen. De organisatie wil helder krijgen of de vertraging het gevolg is van geldgebrek dan wel andere oorzaken kent.
De uitkomsten van het EIB-onderzoek zijn een nieuwe tegenvaller voor minister Netelenbos. Vorige week vrijdag moest vice-premier Jorritsma (Economische Zaken), na publiciteit in deze krant, toegeven dat de bodem van de geldpot voor nieuwe investeringen in infrastructurele projecten akelig duidelijk in zicht komt. Door tegenvallende opbrengsten van de aardgasverkoop en de staatsdeelnemingen is er aanzienlijk minder geld dan alom werd aangenomen.
Gemeente- en provinciebesturen staan op hun achterste benen omdat zij vrezen dat talloze door dit kabinet gedane investeringsbeloften op de lange baan worden geschoven. Met name in de oostelijke en zuidelijke regio's, maar ook in de randstad dreigen plannen voor wegen, bruggen, viaducten en groenprojecten uitgesteld te worden. Jorritsma schuift het probleem echter door naar het volgende kabinet.
CDA-Kamerlid Eurlings is woedend over het dreigende uitstel van talloze belangrijke projecten. Hij zal de twee bewindsvrouwen vandaag in de Tweede Kamer stevig aan de tand voelen over de kwestie. De CDA'er wil tevens opheldering van de ministers over de zorgwekkende uitkomsten van het EIB-rapport. Van minister Jorritsma wil Eurlings weten hoe de uitkomsten van dit rapport zich verhouden tot haar, vrijdag na afloop van de ministerraad gedane, toezegging dat lopende infraprojecten geen gevaar lopen.
Tot de veertig vertraagde projecten behoren naast de rijkswegen bij Wassenaar en Heiloo-Alkmaar die met een jaar achterstand dit jaar worden opgeleverd. Verder zijn , liefst acht waterprojecten vertraagd waaronder de vaargeul Amsterdam-Lemmer die twee jaar later in 2004 klaar zal zijn. De verdieping van de Westerschelde, een investering van 159 miljoen euro, is in 2005 een jaar later klaar dan gepland.
Spoorprojecten bij Nootdorp, Uitgeest, Houten en Arnhem lopen ook allemaal een jaar uit.
De rest van de vertragingen zit in het regionaal openbaar vervoer (o.a. bij de Ringlijn Amsterdam, de Kop van Zuid in Rotterdam en Leidsche Rijn) en regionale wegen waaronder de N348 in Overijssel en de Rijkswegboulevard Sittard-Geleen.
Slechts vier projecten worden eerder opgeleverd dan gepland. Het gaat daarbij om de rijksweg Alphen a/d Rijn-Bodegraven en de Hemboog die de spoorlijn Zaandam-Amsterdam Sloterdijk rechtstreeks aan de lijn Amsterdam Sloterdijk-Schiphol koppelt, de trambaan Rijswijkseplein en de NO-tangent fase 2 bij Tilburg.
Uit het EIB onderzoek blijkt verder dat minister Netelenbos dit jaar 5,3 miljard euro uitgeeft aan de realisatie van infrastructuur, waarvan 3,8 miljard euro voor aanleg en 1,5 miljard voor beheer en onderhoud. Van dat bedrag wordt 4,6 miljard uitbesteed aan de bouwbedrijven, de rest betreft uitgaven van Rijkswaterstaat zelf.