DEN HAAG - Etnisch-Albanese getuigen zijn gisteren in het Milosevic-proces voor het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag gehoord over het brute optreden van de Servische politie en het Joegoslavische leger in Kosovo.
De bejaarde Kosovo-Albanees Halil Morina was een van de getuigen. Hij zag in 1999 hoe een gehandicapte etnisch-Albanese vrouw levend werd verbrand in haar huis. Morina's dorp, Landovica, werd gedeeltelijk platgebrand. Volgens de schatting van de getuige is 75 procent van het dorp vernield. Morina's eigen huis is met de grond gelijkgemaakt. Bij de buurman zag hij dertien lijken liggen.
Milosevic probeerde tijdens het kruisverhoor de geloofwaardigheid van de getuige te ondermijnen door hem op tegenstrijdige verklaringen te betrappen. Ook suggereerde hij dat de Albanese huizen niet door de Serviërs waren aangestoken, maar in brand vlogen als gevolg van een NAVO-bombardement op een benzinepomp.
Toen voorzittend rechter May ingreep tijdens het kruisverhoor en vragen niet wilde toelaten, werd Milosevic boos. Hij zei dat hij voor het tribunaal zijn onschuld lijkt te moeten bewijzen, terwijl het toch aan de aanklagers is om zijn schuld te bewijzen.
(ANP)