COLOMBO - De Tamil-rebellenleider Velupillai Prabhakaran, die een officieel staakt-het-vuren sloot met de Sri Lankaanse regering, wordt door zes landen beschouwd als een terrorist. Voor de Tamil-minderheid in Sri Lanka die naar onafhankelijkheid streeft, is hij echter een held.
|
Velupillai Prabhakaran
...schuilplaats... (Foto: REUTERS)
|
Prabhakaran (47) heeft de Bevrijdingstijgers van Tamil Eelam (LTTE) opgericht. De rebellenbeweging heeft sinds 1983 gevochten voor een eigen gebied in het noorden en oosten van Sri Lanka. Niet alle 3 miljoen Tamils steunen de rebellenleider, maar de meesten voelen zich wel onderdrukt door de Singalese meerderheid in het land, die 15 miljoen mensen telt.
Singalezen beschouwen Prabhakaran als een bloeddorstig moordenaar die het gebruik van menselijke bommen heeft geperfectioneerd. Vele jonge mannen en vrouwen hebben zichzelf met explosieven op hun lichaam opgeblazen in de hoop politici of militairen en omstanders te doden. Zelfmoordenaars van de zogenaamde Zwarte Tijgers hebben de voormalige Indiase premier Rajiv Gandhi vermoord en de voormalige Srilankaanse president Ranasinghe Premadasa. Strijders van de LTTE, onder wie ook kinderen, dragen cyanidecapsules om hun nek die ze innemen als ze opgepakt worden.
De volgelingen van Prabhakaran, de Tamil Tijgers, gebruikten het internet en satelliettelefoons om berichten over de strijd door te geven aan aanhangers elders in de wereld.
De autoritaire Prabhakaran eiste volledige toewijding van zijn strijders. Hij droeg hun op zich te onthouden van seks en alle persoonlijke contacten te verbreken - geboden die niet voor hemzelf golden. Hij ontmoette zijn vrouw Madivadani in 1984 bij een demonstratie in de stad Jaffna en trouwde haar later in het Indiase Madras, de hoofdstad van de deelstaat Tamil Nadu. Ze hebben een dochter en een zoon.
Prabhakaran was in zijn jeugd al gewelddadig. Hij werd van de basisschool gestuurd nadat hij een tijdbom had laten ontploffen in een toilet en keerde nooit meer naar school terug. In 1973, toen Srilankaanse rechercheurs zijn huis aandeden om de activiteiten van een groep jongen radicalen te onderzoeken, vluchtte hij voor het eerst naar India. Het jaar daarop keerde hij terug om zijn eerste politieke moord te plegen. Het betrof burgemeester Alfred Duriappah van Jaffna, de stad die de Tamils als hun centrum beschouwen.
De rebellenleider richtte in 1983 een bloedbad aan waarbij het tot dan toe grootste aantal militairen in één keer omkwam, dertien in totaal. De moorden leidden tot hevige rellen tegen de Tamils in Colombo, waarbij duizenden Tamils gedood werden en nog eens duizenden vluchtten naar het noorden en oosten van het land. De rellen vormden het begin van de burgeroorlog.
Vier jaar later stuurde de Indiase premier Rajiv Gandhi vredestroepen naar Sri Lanka en werd Prabhakaran gedwongen een vredesakkoord te tekenen. Maar hij hergroepeerde zijn strijders en richtte de strijd tegen de Indiërs. Zij trokken zich terug in 1990.
Deze week stemden de Tamil Tijgers na jarenlange bemiddeling door Noorwegen in met het beëindigen van de vijandelijkheden. Prabhakaran tekende de overeenkomst, die moet leiden tot vredesonderhandelingen, in zijn schuilplaats in de jungle en overhandigde deze aan de Noorse ambassadeur Jon Westborg.