De liberalen dreigen de afgelopen tijd voorbij te worden gestreefd door het CDA als dè autopartij van Nederland. Het CDA trekt in zijn verkiezingsprogramma van alle partijen het meeste geld voor nieuwe en bredere wegen uit. CDA-leider Balkenende wijst de omstreden kilometerheffing als enige glashard van de hand: "Eerst bouwen, dan beprijzen."
|
Dijkstal
|
De VVD heeft de afgelopen maanden in de Tweede Kamer van alle kanten juist zware kritiek gekregen.
Dit omdat de partij de invoering van de kilometerheffing zegt te steunen, maar aan de andere kant steeds nieuwe voorwaarden opwerpt.
"Ik wil bouwen en niet op een kilometerheffing wachten. Aan de wegen moeten we de hoogste prioriteit geven en daar zullen wij voor knokken", aldus Dijkstal, die overigens nog steeds achter de invoering van de kilometerheffing staat. "Wij zijn voorstander van het profijtbeginsel: meer betalen naarmate je meer gebruik van het wegennet maakt."
Dijkstal hekelde in Leeuwarden PvdA en GroenLinks: "Zij hebben in hun verkiezingsprogramma daarvoor helemaal niets gereserveerd. GroenLinks is de weg kwijt en met de PvdA komt niemand dus een meter verder."
De VVD-leider is, in tegenstelling tot het CDA, niet geschrokken van het nieuws dat het kabinet aanzienlijk minder geld heeft voor de aanleg van nieuwe wegen, bruggen en spoorlijnen dan verwacht.
In talloze provincies en gemeenten is paniek uitgebroken omdat diverse grote projecten nu op de lange baan dreigen te worden geschoven. Het CDA vindt het onverteerbaar als beloften niet worden nagekomen en roept ministers Jorritsma (Economische Zaken) en Netelenbos (Verkeer) volgende week op het matje. Ook de PvdA legt zich niet zomaar bij de zo goed als lege investeringspot neer.
"Dit kabinet heeft de plannen voorbereid en het nieuwe kabinet moet verder gaan met de planning en het tijdpad", meent Dijkstal echter. Hij wijst erop dat er de afgelopen jaren weliswaar flink meer geld is uitgetrokken voor verbetering van het wegennet, maar dat tegelijkertijd de Nederlander ook veel mobieler is geworden.
Vice-premier Jorritsma (VVD) heeft gisteren na afloop van het kabinetsberaad toegegeven dat er een probleem is met het geld voor extra investeringen in infrastructuur de komende jaren. Dit probleem schuift zij echter op het bordje van het volgende kabinet.
De inkomsten van het fonds voor infrastructuur, dat wordt gevoed uit aardgasbaten en opbrengsten van staatsdeelnemingen, vallen tegen. Er is hooguit zo'n 3,5 tot 5 miljard euro beschikbaar.
"Er is geen sprake van dat er minder geld is. Er is alleen ook niet méér geld", aldus de vice-premier.
Volgens haar wisten de regio's heel goed dat dit kabinet geen besluiten voor de volgende periode neemt.
De ANWB en VNO-NCW hebben zeer bezorgd gereageerd.