NEW YORK - De technologiefondsen waren gisteren weer de gebeten hond op de Amerikaanse beurs. Over een breed front moesten de noteringen terug, wat tot een forse daling van de indexen leidde. De Dow Jones-index, die aanvankelijk nog royaal boven de 10.000-grens had genoteerd (10.029), sloot met een verlies van per saldo 106,49 punten op 9834,68. De Nasdaq moest 59,23 punten (3,3%) terug naar 1716,34.
Beleggers beginnen volgens handelaren kennelijk te beseffen dat het herstel bij de technologiebedrijven dit jaar nog maar beperkt zal zijn. Dat leidt tot snel winstnemen, wat forse koersschommelingen veroorzaakt.
Telecomconcern BellSouth heeft de prognoses voor het lopende boekjaar verlaagd. Exclusief wisselkoerseffecten wordt nu gerekend op een stijging van de operationele winst per aandeel van 3 à 5%. Het concern zegt last te hebben van valutaschommelingen het verslechterde economisch klimaat in landen als Argentinië en Venezuela. De koers van het aandeel zakte $2,50 tot $37,95.
Chipproducent Intel leverde $1,96 in op $29,48. Dit na een negatieve bijstelling door Bank of America van de winstverwachtingen. De analisten houden weliswaar hun advies voor Intel nog op 'kopen', niet iedere belegger bleek daardoor overtuigd.
Een ander techfonds dat terug moest was Ciena. Deze fabrikant van glasvezelapparatuur leed het afgelopen kwartaal het grootste pro forma verlies uit zijn geschiedenis. Het verlies van $56,7 miljoen (exclusief baten en lasten) was weliswaar toch nog kleiner dan gevreesd, het slot lag $1,01 lager op $7,60.
Aan het economische front waren gisteren de nodige cijfers. Zo kwam het handelstekort van de VS in december uit op $25,3 miljard, dat was $3,2 miljard minder dan het (herziene) tekort over de maand november.
Het vertrouwen in de Amerikaanse economie neemt toe, getuige de stijging van de index van leading indicators in januari. Deze ging met 0,6% omhoog, wat vrijwel overeenkwam met de toename van 0,4-0,7% waarop analisten hadden gerekend.