AMSTERDAM - De Hoge Raad heeft de Ondernemingskamer van het Amsterdamse gerechtshof gevoelig op de vingers getikt inzake de juridische strijd rond De Vries Robbé Groep (DVRG). Het hof benoemde op verzoek van het beursfonds in april 2000 een onafhankelijke president-commissaris met doorslaggevende stem bij de vennootschap. Daardoor werd een vijandige overnamepoging door toenmalig grootaandeelhouder Leo van Mook voorkomen.
|
De benoeming van de onafhankelijke commissaris, professor Jaap Glasz, is ongedaan gemaakt.
|
Het hoogste rechtscollege van ons land heeft die maatregel nu vernietigd. Van Mook schermt dientengevolge met een schadeclaim. Ook heeft de Hoge Raad het door het hof gehonoreerde enquêteverzoek van de vennootschap naar de prullenmand verwezen. Die uitspraak van de Ondernemingskamer, voorgezeten door president Willems, zorgde destijds voor opschudding in juridisch Nederland; nooit eerder had de directie van een vennootschap een onderzoek naar het eigen handelen gevraagd én gekregen. Volgens de Hoge Raad had de Ondernemingskamer DVRG niet ontvankelijk moeten verklaren aangezien de vennootschap niet aan de wettelijke eisen voor het toekennen van een dergelijk verzoek voldeed.
Omdat de advocaat-generaal in 2000 in het 'openbaar belang' eveneens om een enquête had gevraagd, blijft dat onderzoek rechtsgeldig. Dat geldt evenwel niet voor de benoeming van de onafhankelijke commissaris, professor Jaap Glasz, zo bevestigt een woordvoerder van de Hoge Raad. "Die benoeming is ongedaan gemaakt".
Deze uitspraak, die dateert van 1 februari dit jaar, kan gevolgen hebben. Immers, DVRG had in 2000 om de voorlopige voorziening (lees: de benoeming van Glasz) gevraagd om te voorkomen dat grootaandeelhouder Van Mook bij het bedrijf "een hem bevriende" commissaris en bestuurder in het zadel zou helpen. Onder leiding van Glasz werd vervolgens een nieuwe directie en raad van commissarissen bij DVRG aangesteld. Die directie zag zich later genoodzaakt surseance van betaling aan te vragen. Inmiddels is het beursfonds weer in andere handen overgegaan en zwaait de ondernemer George Toth er de scepter. Deze was gisteren niet bereikbaar voor commentaar.
Van Mook, de enige die na de vernietigende enquête niet met DVRG heeft geschikt, zegt zich thans op juridische stappen voor te bereiden. "Ik ben zeer ernstig gedupeerd en ga substantiële bedragen claimen. Een miljoen? Dat is het minste." De zakenman had in april 2000 zijn aandelenbelang in DVRG uitgebouwd van 16 naar 25,6% en aasde op alle stukken. Volgens eigen zeggen wilde hij daarmee een einde maken aan de "totale uitverkoop". De toenmalige directie van het beursfonds stelde op haar beurt dat Van Mook met een machtsovername wilde verhinderen dat er een voor hem belastend enquêteonderzoek kwam.
Van Mook had samen met zijn broers een controlerend belang in Mulder Boskoop, zoals DVRG tot aan omvorming in 1998 heette. Bij deze transformatie werden drie bedrijven voor Hlf. 40 miljoen in aandelen aan het beursfonds verkocht door het investeringsvehikel BTG Holdings. Twee van deze drie bedrijven bleken verlieslatend maar werden door valse facturen als winstgevend opgevoerd. Na de transactie maakte BTG een groot deel van de aandelen te gelde, hetgeen in strijd was met de lock-up regeling rond het fonds. Korte tijd later ontdekte het beursfonds een lijk in de kast. Dat dreef DVRG uiteindelijk naar de rand van de afgrond.
De ondernemingskamer heeft vorig jaar wanbeleid geconstateerd door de toenmalige ex-top bij het beursfonds. Ook Van Mook kreeg een veeg uit de pan. Hij had volgens het enquêteverslag als gedelegeerd commissaris nagelaten de belangen van andere aandeelhouders te beschermen.