PARIJS - ABN Amro bindt de strijd aan met ING om de gunst van de kapitaalkrachtige Fransman. De twee Nederlandse bankmastodonten hebben vrijwel gelijktijdig hun strategie aangepast, waarbij de komende jaren extra nadruk wordt gelegd op hun private banking-activiteiten in Frankrijk. Dat zij daarbij meteen elkaars grootste concurrenten zijn geworden, wordt voor lief genomen.
|
Het bruggenhoofd van ABN Amro in Frankrijk: het hoofdkantoor van NSMD in het chique 7e arrondissement van Parijs. (Foto: Pieter Nijdam)
|
Beide banken noemen Frankrijk sinds lange tijd een interessante, nieuwe thuismarkt. Daarom wilden zij aanvankelijk het liefst een middelgrote bank overnemen, met een landelijk netwerk van kantoren. Zowel ABN Amro als ING viste echter keer op keer achter het net. In 1998 verloor dé bank de slag om de Franse staatsbank Crédit Industriel & Commercial (CIC) terwijl bankverzekeraar ING twee jaar geleden een kater overhield aan de mislukte overname van Crédit Commercial de France (CCF).
Gelukkig hadden beide Nederlandse banken al in eerder stadium vaste voet gekregen op Franse bodem, zij het op zeer bescheiden schaal. ABN Amro nam in 1977 een meerderheidsbelang van uiteindelijk 96,47% in de kleine privé-bank Neuflize, Schlumberger en Mallet, waaraan later Banque Demachy werd toegevoegd. Dit NSMD was van oudsher gespecialiseerd in private banking. Op dit moment beheert deze bank financiële portefeuilles ter waarde van ruim €15 miljoen. Bovendien heeft NSMD een naam opgebouwd waar het transacties in kostbare kunst betreft en heeft de bank het beheer over duizenden vierkante meters onroerend goed in de duurdere wijken van Parijs.
Eenzelfde verhaal betreft de nog kleinere privé-bank Odier, Bungener en Courvoisier (OBC) waarvan de roots teruggaan tot 1785. In 1994 werd deze Parijse bank, gespecialiseerd in kapitaalbeheer van de sectoren media en communicatie, voor 100% overgenomen.
De afgelopen jaren leden NSMD en OBC toch min of meer een kwijnend bestaan als onderdeel van ABN Amro Frankrijk. Met de recente reorganisatie na het vertrek van topman Jan Kalff in 2000 werd besloten om beide privé-banken weer meer zelfstandigheid én slagkracht te geven. Voortaan zijn NSMD en OBC alleen nog direct verantwoording schuldig aan het hoofdkantoor in Amsterdam.
President-directeur Jean-Louis Millin van NSMD kreeg van de raad van bestuur in Amsterdam het groene licht om zijn activiteiten verder te ontplooien. Verspreid over heel Frankrijk wordt momenteel in hoog tempo het ene na het andere kantoor geopend. Marseille en Biarritz zijn de laatste loten aan het netwerk van NSMD. "We zijn in Lyon inmiddels nummer één in private banking", aldus een trotse Millin, die serieus denkt aan vertegenwoordigingen in het buitenland onder de vlag van NSMD.
Zo hard van stapel loopt ING nog niet. Allereerst wil het Franse hoofdkantoor van de Nederlandse bankverzekeraar zijn positie in private banking aanzienlijk versterken. Men beschikte al over een trouwe vermogende klantenkring, afkomstig van de in 1997 overgenomen Belgische bank BBL, die in Frankrijk goed was vertegenwoordigd. Via ING-Ferri wordt nu verder geborduurd op de ingeslagen weg. Zo werden vorige maand alle private banking-activiteiten van Deutsche Bank in Frankrijk overgenomen.
Directeur Sylvain Ferri van de gelijknamige ING-poot kondigde vorige week een campagne aan om binnen vijf jaar het aantal welgestelde klanten (inmiddels circa 48.000) te verdubbelen of zelfs te verdrievoudigen. Ferri sluit daarbij verdere overnames in Frankrijk niet uit, hoewel de markt van kapitaalbeheer dun gezaaid is. Een potentiële kandidaat is de eveneens in kapitaalbeheer gespecialiseerde Banque Worms, die momenteel nog deel uitmaakt van de Deutsche Bank Groep.
ING-Ferri heeft inmiddels 23 kantoren in de grote Franse steden, waarvan twee in Parijs. De vijf filialen die van Deutsche Bank werden overgenomen, zullen worden geïntegreerd in het huidige landelijke netwerk. Voorzitter van de raad van bestuur van ING Bank Frankrijk, John Gielen, ziet grote kansen voor de toekomst.
Hoewel Gielen geen kwaad woord wil spreken over ABN Amro, stelt hij tevreden vast dat de naamsbekendheid van ING in Frankrijk in korte tijd die van zijn Nederlandse concurrent heeft overtroffen. De niet aflatende stroom aan advertenties in kranten en weekbladen, waarbij ING-Direct het Franse volk oproept om per internet of telefoon hun spaargeld bij hen te beleggen, is daar in belangrijke mate debet aan. Bovendien blijven ook de opmerkelijke sportieve prestaties van het door ING-Direct gesponsorde FC Lille in de Champions League niet onopgemerkt.
"Natuurlijk is die naamsbekendheid een voordeel", zegt ING-topman Gielen. "Niet dat het doorslaggevend is om juist meer welgestelde klanten te verwerven, maar het helpt wél."