NEW YORK - De afgelopen drie dagen rust hebben Wall Street geen goed gedaan. Na het lange weekend in verband met Presidents' Day, openden gisteren zowel de Dow als de Nasdaq in het rood. Gedurende de handelsdag liepen de verliezen op, met daarbij een leidende rol voor IBM, dat opnieuw zwaar gestraft werd voor een boekhoudkundige misstap. De Dow Jones verloor uiteindelijk 159,21 punten, ofwel ruim anderhalf procent, op 9743,83. De Nasdaq moest zelfs ruim drie procent inleveren en sloot op 1749,85.
Positief nieuws van supergrootgrutter Wal-Mart kon beleggers, die zich gisteren richting uitgang spoedden, niet boeien. Het aandeel werd drie kwartjes ofwel 1,2% goedkoper op $59,29. Terwijl de cijfers hier allesbehalve aanleiding voor gaven. De grootste supermarktketen ter wereld behaalde in het vierde kwartaal van zijn boekjaar een nettowinst van $2,19 miljard dollar, 9% meer dan in het laatste kwartaal van het boekjaar ervoor. De winst kwam overeen met wat was verwacht.
Ook de melding dat de Amerikaanse huizenbouw in januari boven verwachting was uitgepakt, kon niet verhinderen dat de koersen marktbreed in het rood bleven zakken.
IBM was de belangrijkste sfeerbederver. Het aandeel van de computergigant stond gisteren nog altijd onder druk van verdenkingen dat het bedrijf heeft gerommeld met de boekhouding.
Een uitleg van financieel topman John Joyce in de Wall Street Journal gisteren, waarbij hij beleggers toezegde alle beschikbare informatie over de vierde kwartaalcijfers op tafel te zullen leggen, maakte weinig indruk. De angst voor 'Enron-achtige' toestanden is groot. Alle kwartaalcijfers worden met die achtergrond tegen het licht gehouden. Het aandeel IBM verloor opnieuw fors, dit keer ruim drie procent op $99,54. Prudential Securities droeg hier aan bij door het koersdoel voor dit jaar met zo'n tioen procent naar beneden bij te stellen. In navolging van IBM gingen ook andere techno-zwaargewichten onderuit, zoals Sun (-6,4% op $8,33), Intel (-3,25% op $31,25) en Microsoft (-2,32% op $58,83).