SALT LAKE CITY - Telefonisch vanuit de atletenbus een spiksplinternieuwe Ducati 748 R 750cc-motorfiets (waarde: 17.737 euro) kopen, een gesprek met zijn vader in Heerde voeren over de verkoop van een tweedehands MV Augusta, in 1.07,18 een onwaarschijnlijk wereldrecord op de 1000 meter schaatsen, een gouden olympische medaille in de wacht slepen en tenslotte - bovenop een wankele trap - in de entreehal van de Utah Olympic Oval een plaquette onthullen. Gerard van Velde had het er zaterdagmiddag tussen twaalf en vijf maar druk mee. Als het verhaal van de wonderbaarlijke wederopstanding van de man, die na zijn mislukte missie op de 500 meter al gekscherend Gerard van Vierde werd genoemd, één ding duidelijk maakte, dan is het wel dat gerechtigheid in deze wereld blijkbaar dus tóch bestaat.

|
Als Gerard van Vierde één ding duidelijk maakte, dan is het wel dat gerechtigheid in deze wereld blijkbaar dus tóch bestaat.
|
Niemand in Het Wereldje die de goedlachse sprinter van TVM het succes misgunde. "Geweldig dat uitgerekend hij me hier op mijn waarde heeft geklopt", meende runner-up Jan Bos. "Als ik zelf niet mocht winnen, moest hij het maar worden", vulde Erben Wennemars, de teleurstellende nummer vijf, zijn voormalige ploeggenoot aan.
Nog nimmer in zijn elfjarige loopbaan stond Van Velde ook maar op het podium van een groot internationaal titeltoernooi. Slechts in het Wereldbekercircuit stond hij driemaal op het ereschavot. Op de overwinning op de 1000 meter in het Zuid-Koreaanse Muju-Khonju, vijf jaar geleden, volgden dit seizoen in Calgary de tweede plaats en in Heerenveen een gedeelde overwinning op de 500 meter. Tijdens de wereldkampioenschappen sprint in Hamar finishte hij op de eerste 1000 meter bovendien als tweede.

|
Een dag na zijn gouden race maakt Gerard van Vierde samen met zijn vriendin Paulin een motorrit.
|
Ten overstaan van media uit de gehele wereld somde de 30-jarige Van Velde in één adem zijn levensverhaal (tot een uur daarvoor getiteld Net Niet) op. Het missen van olympisch brons op één- en goud op negenhonderdste seconde op de 1000 meter van de Winterspelen van 1992 in Albertville. De 21e en negende plaats op de 500 en 1000 meter, twee jaar later tijdens de Olympische Spelen van Lillehammer. De ernstige privéproblemen die zijn toenmalige vriendin troffen in 1997. Zijn problemen met de overgang naar de klapschaats. Het missen van Nagano, een jaar later. Zijn roemloze afscheid van het mondiale schaatsen op de WK afstanden van datzelfde jaar in Calgary, waarin hij tijdens de eerste 500 meter gediskwalificeerd werd en de dag daarop niet startte. De verbanning uit de kernploeg van toenmalig sprintcoach Peter Mueller. Zijn mislukte avontuur als marathonrijder. Zijn terugkeer op de schaatsbanen, in oktober 1999, op herhaaldelijk aandringen van Martin Hersman en Rintje Ritsma. Zijn eerste wankele schreden achter die twee, in oktober 1999 op de ijsbaan van Dronten. De eindelijk beantwoorde liefde voor de klapschaats, na ontelbare mislukte toenaderingen en met coach Geert Kuiper in de uiteindelijke rol van koppelaar. De vierde plaats tijdens de WK-sprint van dit jaar, op negenhonderdste seconde van het brons. En natúúrlijk de 0,02 seconden die hem dinsdag van de derde plaats op de 500 meter scheidden. Of hij dan nimmer een prestatie van formaat had laten zien, luidde de vraag vanuit de zaal. "Oh, jawel hoor. Tijdens de Oval Finals van 1996 in Calgary reed ik een wereldrecord op de 1000 meter. 1.12,24, ik weet het nog goed. Werd ik gediskwalificeerd, omdat ik mijn tegenstander Akira Kuroiwa bij de wissel gehinderd zou hebben."
Typisch Gerard van Velde.
Het waren vooral die vermaledijde tweehonderdsten van een seconde die twee dagen lang door zijn hoofd spookten. "Ik heb na mijn 500 meter twee slapeloze nachten gehad", erkende hij. Slechts een uur of acht, zo schatte hij in, had hij in totaal in Morpheus' armen gelegen en dat had de krachten uit zijn lichaam gesloopt. Pas na opbeurende woorden van zijn vriendin Paulien van Ellen, de vrouw met wie hij een jaar geleden de afspraak maakte zijn haren niet te knippen teneinde net als de bijbelse figuur Simson zijn kracht niet te verliezen, zag hij wat licht aan het einde van de aardedonkere tunnel gloren. "We hebben een goed gesprek gehad. En nog wat andere dingen gedaan".
Van Velde vond bij zijn levensgezellin wat hij in de dagen daarvoor bij een hogere macht niet had gevonden. "Op mijn eigen manier geloof ik in God. Ik was na die 500 meter zo teleurgesteld dat ik me afvroeg waarom uitgerekend mij dit altijd moest overkomen. Er is geen schaatser ter wereld die zo vaak in zijn leven vierde is geworden als ik. Waar had ik dit aan verdiend? Mijn vriendin bekeek het allemaal van een heel andere kant. Laat je plezier niet vergallen door die vierde plaats, hield ze me voor. Ze zei dat ik er van moest genieten, omdat het gezien mijn verleden gewoon een schitterende prestatie was. En daar had ze eigenlijk wel gelijk in. Pas toen heb ik een streep onder alle ellende die me in mijn loopbaan is overkomen kunnen zetten en kon ik eindelijk goed slapen".
In het olympisch dorp, waar tientallen (anonieme) mensen hem per e-mail een hart onder de riem staken, prikte hij donderdagochtend vervolgens een fraai stukje huisvlijt boven zijn bed. Op een papier had hij zijn gedachten over de ideale 1000 meter de vrije loop gelaten. 16,5 - 24,6 - 26,0 - 1.07,3, viel er op het A-viertje te lezen. Het uiteindelijke resultaat (16,33 - 24,67 - 26,18 - 1.07,18) was echter aanzienlijk beter en in meerdere opzichten historisch. Niet alleen verbeterde hij zijn eigen persoonlijke record met 1,62 seconden en het wereldrecord van de Canadees Jeremy Wotherspoon met 0,63 seconden, de eerste volle ronde was bovendien de snelste ooit op een kilometer vertoond, terwijl zijn tweede omloop de op één na rapste uit de geschiedenis was. Alleen de Noor Adne Söndraal was ooit 0,18 seconden sneller.
Maar naar de werkelijke waarde van zijn 1.07,18 moest hij nog zeven lange ritten gissen. "Al besefte ik wel dat het heel moeilijk zou worden om onder die tijd te duiken". Half ontbloot volgde hij, vanaf het middenterrein, de verrichtingen van de na hem startende favorieten. "Nee, dat was geen open sollicitatie om in de Playgirl te verschijnen. Ik had het gewoon verschrikkelijk benauwd. Pas een klein half uurtje vloeiden eindelijk de warme tranen. Dat begon bij de voorlaatste rit al, omdat ik zeker wist dat ik een medaille had. Ik was zó blij dat ik tenminste niet wéér vierde was geworden. Luttele minuten later was het pas tijd voor De Kus, de tweede in minder dan een maand tijd. Ik was heel geëmotioneerd, ik kon er met mijn hoofd gewoon niet bij. Iedere sporter droomt wel eens dat hij tijdens de Olympische Spelen goud haalt. Maar als het dan daadwerkelijk zo ver is, is het heel onwerkelijk".
Het was typisch zo'n dag dat alles op zijn plek viel, verzuchtte Van Velde, de troonopvolger van Ids Postma. "Het begon al met de loting. Klevtsjenja is een tegenstander die me ligt. Dat is niet zo'n hardloper als Erben Wennemars of Mike Ireland, maar iemand die tenminste blijft schaatsen. Ik kon me perfect aan hem optrekken. Van die race zelf kon ik me niet veel herinneren, ik reed als in trance. Pas later, toen ik de beelden terug zag, viel me op ik hoeveel wilskracht ik eigenlijk uitstraalde. Alles, maar dan ook álles gooide ik er uit. Op de kruising gingen beide armen zelfs al los en op de finish kwam ik met mijn schaats precies goed uit. Maar er zaten ook een aantal misslagen in".