SARAJEVO - Nederland moet aan ontwikkelingshulp in voormalige oorlogsgebieden, zoals Bosnië, voorwaarden gaan stellen. Ook moeten projecten in samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven standaard deel gaan uitmaken van vredesmissies. Dat stelde Jacques Schraven, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, tijdens een werkbezoek aan Bosnië.
Schraven bezocht met de bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten Van Baal onder meer het Nederlandse SFOR-kamp Bugojno, gelegen in een gebied waar de meerderheid van de bevolking moslim is. Volgens Schraven is het "hoog tijd dat vredesoperaties worden uitgebreid met initiatieven van Defensie en Nederlandse bedrijven, om zo snel mogelijk een markteconomie op poten te zetten. Alleen zo kunnen landen als Bosnië zelf de broek leren ophouden." Minister Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking) wil daar niets van weten, maar opvallend is dat zowel generaal Van Baal als de kersverse Nederlandse ambassadeur in Bosnië, Bosscher, deze gedachte desgevraagd ondersteunt.

|
Werkgeversvoorzitter Schraven en generaal Van Baal.
|
De Nederlandse regering hanteert nu nog (als enige EU-land) het principe van zogenoemde ongebonden hulp, die voor het grootste deel zonder voorwaarden via organisaties als de Wereldbank in crisisgebieden terecht komt. Het gaat daarbij vooral om financiële steun die wordt gebruikt voor de terugkeer van vluchtelingen en het herstellen van de infrastructuur, zoals woningen, bruggen, ziekenhuizen en scholen.
Afgelopen jaar pompte Nederland zo indirect honderden miljoenen euro's in Bosnië. Uit vorige week gepresenteerde cijfers van de Wereldbank blijkt echter dat de economie van Bosnië, zes jaar na het vredesakkoord van Dayton, hier economisch gezien nauwelijks beter van is geworden. Desondanks zal Nederland binnen twee jaar de ontwikkelingshulp aan Bosnië afbouwen naar nul. Rondrijdend door voormalig oorlogsgebied reageert Schraven geschokt. "Er zijn de laatste zes jaar door de internationale gemeenschap miljarden euro's in Bosnië gepompt. Ik zie overal weer bruggen en begaanbare wegen, maar geen productie. Bedrijven zijn óf kapot óf kampen met het trauma van de communistische planeconomie. Natuurlijk, de zwarte economie floreert, maar daar heeft de Bosnische bevolking op termijn niets aan. Het moet van onderop komen. Het zou goed zijn als minister Herfkens dat eens zou erkennen".
Schraven bezocht daarom met Van Baal het IDEA-project, waarbij sinds een klein jaar Defensie en VNO-NCW het midden- en kleinbedrijf in het Nederlandse SFOR-gebied ondersteunen. Bankiers en accountants, bijna allemaal reservist, selecteren kansrijke bedrijfjes en begeleiden die. Bedrijfsplannen, marketing en boekhouden, alles komt aan de orde. Tevens worden leningen tegen een redelijke rente bij één van de twee betrouwbare banken in Bosnië geregeld. Uit een eerste evaluatie blijkt dat het project zeer succesvol is.
De Canadese regering en Engelse en Duitse Defensie-vertegenwoordigers hebben aangegeven het 'Foster Parentsplan voor bedrijven' over te willen nemen bij hun vredesmissies.
Zowel Van Baal als Bosscher benadrukken tevens dat 'IDEA een goede en logische aanvulling is op de activiteiten en het imago van SFOR'.
Schraven koestert deze erkenning, maar wil meer. "Herfkens erkent weliswaar het principe van 'ondernemen tegen armoede', maar doet daar niets mee. Zij denkt nog steeds dat bedrijven alleen interesse hebben in subsidies als ze daar zelf beter van worden. IDEA laat zien dat het ook anders kan. Ik verwacht niet dat Herfkens met de verkiezingen in aantocht de komende maanden haar houding zal veranderen. Daarom zal VNO-NCW het principiële vraagstuk van de ontwikkelingshulp op de agenda zetten bij de kabinetsformatie."