BELGRADO - Bij de aanvang van het proces tegen Slobodan Milosevic doet de afwezigheid in Den Haag van twee mannen zich extra voelen: de Bosnisch-Servische legercommandant Ratko Mladic en de Bosnisch-Servische politieke leider Radovan Karadzic zijn door het Joegoslavië-Tribunaal aangeklaagd, maar verkeren nog steeds op vrije voeten.
Het Westen heeft echter zijn pogingen opgevoerd om de twee Bosnische Serviërs net als hun voormalige beschermheer voor de rechter te brengen.
De Verenigde Staten roepen familieleden van Karadzic op hem ertoe te brengen dat hij zich in Den Haag meldt. Zij hebben pamfletten verspreid waarin de Bosniërs wordt gewezen op de beloning van vijf miljoen dollar voor tips die tot de aanhouding van de twee Bosnische Serviërs leiden.
Volgens westerse diplomaten op de Balkan zijn de komende tijd meer acties te verwachten, zoals militaire maatregelen door de NAVO-vredesmacht in Bosnië en een vastberaden actie om de geldstroom naar de voortvluchtigen en hun lijfwachten op te sporen en af te sluiten.
De moeder van Karadzic zegt in het Joegoslavische weekblad Nedeljni Telegraf dat de druk op haar zoon om zich aan het tribunaal ter beschikking te stellen nog nooit zo groot is geweest.
Of de nieuwe inzet tot een succesvol resultaat zal leiden, staat lang niet vast. Westerse leiders hebben het belang van berechting van Mladic en Karadzic al vaak onderstreept, maar desondanks zijn de twee nu al meer dan zes jaar na de aanklacht van 1995 voortvluchtig. Beide mannen verkassen met regelmaat om hun achtervolgers op afstand te houden.
Karadzic zou zich schuilhouden in het berggebied van Oost-Bosnië en soms een uitstapje wagen naar zijn geboortegrond in Montenegro. Generaal Mladic zou zich nog steeds ophouden in Joegoslavië.
(Reuters)