AMSTERDAM - ABN Amro heeft in 2001 fors meer geld opzijgezet voor mogelijke debiteurenverliezen dan een jaar eerder. Het 'voorzichtige' beleid dat De bank op dit gebied zegt te voeren, leidde ertoe dat de winst met ruim €800 miljoen extra werd gedrukt. Ook dit jaar verwacht ABN Amro flinke voorzieningen voor mogelijk oninbare leningen. Deze zullen zelfs nog 'iets' uitkomen boven het niveau van 2001 (€1,4 miljard).
Het was me het jaartje wel, voor De bank. Grote financiële problemen en faillissementen van diverse grote bedrijven - bijvoorbeeld Enron - zorgden ervoor dat ABN Amro ruim €1,4 miljard opzij zette voor wat financieel directeur Tom de Swaan "mogelijke debiteurenverliezen" noemt. Problemen waren er, wat deze risicovolle leningen betreft, ook in de Verenigde Staten, waar dochters van ABN Amro kredieten verlenen aan het midden- en kleinbedrijf.
|
.
|
Voor het geval uitgeleend geld niet terugkomt, zet ABN Amro elk jaar zakken geld opzij. De Swaan wees wat dat betreft ook gisteren weer op "het zeer conservatieve beleid" dat de bank op dit gebied voert. In 2000 bleven de voorzieningen met €585 miljoen echter 'beperkt', blijkt uit de jaarrekening van de bank. Gezien de problemen bij bedrijven als Enron - maar bijvoorbeeld óók de eenmalige tegenvaller van de mkz-crisis in Nederland - was dit jaar ruim €1,4 miljard nodig. Gevolg: een flink winstdrukkend effect van, €841 miljoen. De totale nettowinst over het afgelopen jaar kwam uit op €2,4 miljard, dat was €700 miljoen minder dan over 2000.
Ook voor dit jaar verwacht ABN Amro flinke voorzieningen, die zelfs nog 'iets' hoger zullen zijn dan in 2001. Daarvan wakker liggen, doen De Swaan en collega-bestuurder Rijkman Groenink niet. De huidige omvang van de stroppenpot ligt volgens beide bestuurders "ruim binnen beheersbare en aanvaardbare grenzen". "We voelen ons bij dit niveau op ons gemak."
ABN Amro zelf noemde het afgelopen jaar bijzonder en moeilijk. De kwakkelende wereldeconomie en de ingrijpende reorganisatie van het Nederlandse kantorennet speelden de bank danig parten. Toch is de bank volgens Groenink fundamenteel sterker geworden, iets dat ABN Amro "nooit had bereikt zonder de veerkracht en volharding van onze medewerkers", gaf de bestuursvoorzitter zijn personeel gisteren een heuse pluim.
Veel aandacht was er voor de gang van zaken in het vierde kwartaal. Ten opzichte van dezelfde driemaandsperiode een jaar eerder liet de nettowinst van ABN Amro een daling zien van 21% tot €533 miljoen (exclusief de verkoop van European American Bank). Ten opzichte van het derde kwartaal van 2001 was echter sprake van een winststíjging, van 12%. "In een voor financiële instellingen traditioneel vierde kwartaal hebben we heel behoorlijk gepresteerd", vond Groenink dan ook.
De resultatenontwikkeling bij de divisie Consumer & Commercial Clients (particulieren en kleinzakelijke klanten) liet in het vierde kwartaal een gemengd beeld zien, aldus ABN Amro. Inkomsten en voorzieningen bleven stabiel, maar het kostenniveau nam toe (ten opzichte van het derde kwartaal). Hierdoor daalde de nettowinst bij deze divisie met 26%. Vervelend voor Groenink, die uitgerekend het retailbedrijf bij de publicatie van de halfjaarcijfers nog tot speerpunt bombardeerde.
De grote verliezersvan weleer, Wholesale Clients (grootzakelijke klanten) en Private Clients & Asset Management (vermogensbeheer), lieten in het vierde kwartaal van 2001 juist een verbetering zien. Bij Wholesale sloeg een verliesje van €29 miljoen om in winst (€34 miljoen) en bij PCAM was sprake van een winststijging van 26,5%.
Reden voor optimisme zou je zeggen, maar Groenink hield zich - wijs geworden - op de vlakte. "U heeft in elk geval goed onthouden dat u géén aandacht meer moet besteden aan de afgeleide financiële doelstellingen (van onder meer een winst-per-aandeelgroei van 17% per jaar)", beantwoordde hij een vraag van één van de journalisten. "Die zijn in de prullenbank verdwenen en er komen geen nieuwe meer."
De doelstelling voor dit jaar is - opnieuw - een voorzichtige, aldus Groenink. Voor het eind van dit jaar verwacht ABN Amro geen herstel van betekenis. De baten (in 2001: €9,4 miljard) zullen vergelijkbaar zijn met die over afgelopen jaar en het resultaat over de eerste zes maanden van 2002 'lager' dan dat over de vergelijkbare periode een jaar eerder (€2,0 miljard).
Het winstdrukkend effect van de hogere voorzieningen zal gecompenseerd worden door kostenbesparingen, stelde Groenink nog. Die besparingen zullen zó groot zijn, dat ook de hernieuwde pensioenverplichtingen - meer dan €200 miljoen - goed worden gemaakt. In 2001 hoefde de bank voor haar werknemers geen pensioenpremie af te dragen. Dit jaar moet dat wel. De definitieve hoogte ervan hangt af van de loonsverhoging die in cao-verband wordt afgesproken.
ABN Amro heeft zich niet alleen verkeken op het aantal, maar ook op het soort mensen dat gebruik wil maken van de vertrekregeling van De bank. Een dure vergissing, bleek gisteren tijdens de publicatie van de jaarcijfers.
|
Ton de Swaan (l.) en Rijkman Groenink: ...tegenvaller...
|
Vooral de groep oudere werknemers die vertrekt, is groot, vertelde bestuursvoorzitter Rijkman Groenink. Een tweede 'significante' groep bestaat uit vrouwen die langdurig in dienst waren in kasbaliefuncties.
"Als de man kostwinner is en zij dus eigenlijk niet meer hoeft te werken, is het financieel aantrekkelijk om weg te gaan", stelde Groenink. "Ook al doet men dat met pijn in het hart", haastte de bestuursvoorzitter zich om eraan toe te voegen.
Vooral veelverdieners vertrekken dus, waardoor de kosten van de vertrekregeling hoger uitvallen, erkende financieel directeur Tom de Swaan. ABN Amro zag zich hierdoor genoodzaakt om in 2001 een extra voorziening te treffen van €95 miljoen na belasting.
Voor de reorganisatie van het Nederlandse kantorennet zette de bank eerder al €200 miljoen opzij. Ruim 6670 werknemers van ABN Amro meldden zich daarbij voor de vertrekregeling aan. Ten minste 1000 van hen treden vervroegd uit en vallen onder een ouderenregeling.