Van onze speciale verslaggeefster Gemma Buters SANTIAGO DE COMPOSTELA - Om de illegale immigratie tegen te gaan, willen de 15 EU-landen een Europese databank voor visa oprichten, waarin informatie over alle verstrekte en geweigerde visa voor de unie wordt bijgehouden.
Verder komt er als proefproject een eerste gezamenlijk EU-visumbureau in de Kosovaarse hoofdstad Pristina, waarvandaan veel Albanezen naar Europa trekken. Dit hebben de Europese ministers van Justitie gisteren afgesproken tijdens een informele bijeenkomst in het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela.
Tot nu toe voert ieder EU-land zijn eigen visumbeleid en wordt er onderling geen informatie uitgewisseld. Dat leidt tot 'visum-shoppen' en misbruik van de visumprocedure. Mensensmokkelaars weten precies waar zij eenvoudig (toeristen)visa voor de EU kunnen krijgen. Zo krijgt Nederland veel minderjarige Angolese asielzoekers binnen via Portugal, omdat Lissabon zijn voormalige kolonie Angola nogal soepel behandelt.
Aangezien 80 procent van de asielzoekers in Nederland zich zonder papieren meldt, is het lastig te achterhalen waar ze vandaan komen. Eén Europese visumbank, met vingerafdrukken van alle aanvragers, maakt daar een einde aan. "We vermoeden dat deze mensen meestal wel met papieren komen. Als we weten hoe ze de Unie zijn binnengekomen, kunnen we ze makkelijker opsporen en terugsturen naar het land dat hun een visum heeft verstrekt", stelt staatssecretaris Ella Kalsbeek van Justitie. "De EU-landen kunnen elkaar gaan aanspreken op hun visumbeleid."
Uiteindelijk moet de EU tot een uniform visumbeleid komen met één papier voor de hele Unie. Maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek, omdat de lidstaten zelf willen bepalen wie ze binnenlaten.
Gisteren werd in Santiago ook bekend dat zes EU-landen het Europese arrestatiebevel een jaar eerder invoeren dan gepland. Spanje, Luxemburg, België, Portugal, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk starten al begin volgend jaar met de automatische uitwisseling van verdachten in plaats van per 1 januari 2004, zoals oorspronkelijk was afgesproken.
Nederland houdt vast aan invoering per 1 januari 2004, zoals vorig jaar door 15 EU-landen is afgesproken. Volgens minister Korthals (Justitie) is het niet verstandig de zaak te overhaasten. "Ik vind het beter om allemaal tegelijk te beginnen", aldus de bewindsman.