SANTIAGO - In navolging van Argentinië heeft nu ook Venezuela besloten om de koers van zijn munt (bolivar) niet langer te koppelen aan die van de Amerikaanse dollar maar vrij te laten zweven. De maatregel is bedoeld om de groeiende kapitaalvlucht te remmen. Sinds begin dit jaar daalden de deviezenreserves van het land met zo'n 15% naar amper $10 miljard. Alleen al de vorige week verdween ongeveer $700 miljoen de grens over.

|
De vraag naar buitenlandse valuta is explosief gestegen. (Foto: EPA)
|
De centrale bank van Venezuela hanteerde tot dusver het zogeheten 'crawling peg'-mechanisme waarbij de bolivar geleidelijk devalueerde met gemiddeld zo'n 10% per jaar ter compensatie van de inflatie. Bij dit koersregime mocht de waarde van de munt beperkt fluctueren aan weerszijden van een centrale koers. Dat koersbestel is nu overboord gezet. Hoewel de stemming op de wisselmarkt vanaf nu de waarde van de bolivar zal bepalen, waarschuwde de centrale bank dat zij met interventies een te scherpe koersval zal verhinderen.
Volgens valutahandelaren is de explosief gestegen vraag naar buitenlands geld het directe gevolg van de escalerende politieke crisis in het land. Binnen het leger heerst groeiende onvrede over de neiging naar extreem links van de populistische president Hugo Chávez. Ook beleggers en industriëlen uit binnen- en buitenland volgen met stijgende bezorgdheid de polarisering van het politieke leven.
Analisten van verschillende Amerikaanse en Spaanse banken houden rekening met een devaluatie van de bolivar dit jaar van tenminste 30%. In een poging om Venezolanen ervan te weerhouden hun banktegoeden in het buitenland te parkeren, verhoogde de centrale bank eind vorige week de depositorente van 40 naar 50%.
Met het kunstmatig sterk houden van de bolivar had de regering-Chávez de inflatie willen beteugelen. Dat lukte de afgelopen jaren ook aardig. De prijsstijgingen bleven in 2001 beperkt tot 12,3%, het beste resultaat in 16 jaar tijd. Voor dit jaar mikken de monetaire autoriteiten op een inflatie van ten hoogste 20%.
Sinds zijn aantreden drie jaar geleden had president Chávez de economische wind mee. De sterke stijging van de olieprijs leverde zijn regering miljarden-meevallers. Deze extra-inkomsten zijn voor een belangrijk deel gestoken in allerlei sociale programma's ter bestrijding van de armoede. Het probleem hierbij is dat de verpaupering van het land sneller toenam dan de fondsen voor het verzachten van de sociale nood. De werkloosheid is inmiddels gestegen naar ruim 15%. De matige economische groei van de afgelopen jaren is gestagneerd.
De daling van de internationale olieprijs naar ongeveer $15,50 per vat ontneemt de regering-Chávez de mogelijkheid om de sociale uitgaven op peil te houden. De overheidsbegroting voor 2002 is gebaseerd op een prijs van $18,50 per vat ruwe olie. Venezuela is voor driekwart deel van zijn exportopbrengsten en de helft van zijn belastinginkomsten aangewezen op de olie-uitvoer.
Het ontbreken van een samenhangend en langetermijnbeleid voor de economie wreekt zich nu het door een hogere olieprijs bekostigde feest van korte duur bleek te zijn. Het Amerikaanse kredietbeoordelingsbureau Fitch Ratings besloot de vorige week de risicograad van Venezuela's binnen- en buitenlandse schuld te reduceren van B+ naar BB- en waarschuwde dat een verdere neerwaartse aanpassing in het verschiet ligt. De analisten van Fitch Ratings baseren zich hierbij op in hun ogen "schrikbarende" vermindering van de valutareserves.
Met de veranderingen van de wisselkoersregimes in Argentinië en Venezuela lijkt de eerdere trend in Latijns-Amerika om de lokale munten te koppelen aan de dollar of zelfs op te heffen ten gunste van de greenback, te zijn gebroken. Economen achten het mogelijk dat later in het jaar ook Peru en Bolivia hun munten geheel vrij laten zweven.
Het gevaar van deze nieuwe aanpak is dat het oude en goeddeels overwonnen probleem van inflatie weer terugkeert op het continent. Dit keer kan dat sneller en heviger gebeuren dan voorheen. De reductie in de jaren negentig van de restricties op de buitenlandse handel zorgde voor een toevloed aan geïmporteerde consumptie- en kapitaalgoederen waarvan de prijzen meteen zullen stijgen vanwege de in plaatselijke valuta ineens duurdere dollar.