NEW YORK - De regering van president George Bush heeft in beginsel besloten dat het regime van de Iraakse dictator Saddam Hoessein moet verdwijnen. Het Pentagon is al bezig met het opstellen van plannen voor een militaire campagne, terwijl achter de schermen druk wordt overlegd met Iraakse oppositiegroepen over innige samenwerking met de Amerikaanse inlichtingendienst CIA.

George W. Bush (Foto: REUTERS)

De beslissing om tegen Irak ten strijde te trekken is enkele weken geleden genomen door Bush, zo is gisteren tegenover diverse Amerikaanse media bevestigd door hooggeplaatste regeringsbronnen. De omverwerping van Saddam wordt door het Witte Huis gezien als de eerstvolgende grote stap in de oorlog tegen het terrorisme, aldus de functionarissen.

President Bush waarschuwde Irak gisteren voor een mogelijke Amerikaanse actie. Volgens Bush is Bagdad door de productie van massavernietigingswapens een voortdurende bedreiging voor de nationale veiligheid van de VS en de vrede in de Golfregio. Hij suggereerde daarbij dat Irak aansluiting zoekt met terreurorganisaties en noemde een dergelijk verbond 'verschrikkelijk' voor de 'vrijheidslievende' landen.

Eerder deze week zei Bush niet te zullen toestaan dat landen als Irak, Iran en Noord-Korea "onze manier van leven bedreigen". Bush betitelde de drie 'schurkenstaten' tijdens zijn State of the Union, eind januari, als de 'as van het kwaad'.

Maar in de hoogste regeringskringen zou inmiddels zijn vastgesteld dat alleen Irak moet worden aangepakt, in weerwil van de steeds luider wordende bezwaren onder Europese bondgenoten.

Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell, die doorgaans als een gematigd lid van de regering-Bush wordt beschouwd, lichtte deze week tegenover de Senaat een tipje van de sluier op toen hij verklaarde dat het Witte Huis verschillende opties overweegt om Saddam ten val te brengen. "Er zijn geen plannen om een oorlog te beginnen tegen Iran en Noord-Korea", aldus Powell. "Maar met betrekking tot Irak is het beleid gericht op een verandering van het regime."

Om een operatie tegen Irak te rechtvaardigen zal volgens regeringsbronnen in de komende maanden een 'inspectiecrisis' worden gecreëerd. Het Witte Huis zal eisen dat Saddam opnieuw wapeninspecteurs van de Verenigde Naties toelaat. De inspectieteams werden in 1998 op bevel van Saddam uitgewezen.

De verwachting in Washington is dat Bagdad nieuwe inspecties zal weigeren of in ieder geval zal dwarsbomen, waarmee volgens het Witte Huis het bewijs zal zijn geleverd dat het regime van Saddam de verboden wapenopbouw wil verhullen. Gisteren liet de Iraakse vice-president Taha Jassin Ramadan al weten geen behoefte te hebben aan de "spionnen" van de VN-inspectieteams.

Het daadwerkelijke plan tot omverwerping van het Iraakse regime zal nog zeker enkele maanden van voorbereiding vergen. Bush heeft daarbij de keuze tussen directe militaire actie of ondersteuning van een binnenlandse opstand. Vertegenwoordigers van Iraakse oppositiegroepen hebben naar verluidt afgelopen maand in Washington intensief overleg gevoerd met het Witte Huis en de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken, alsmede de CIA.

Om het diplomatieke pad te bereiden voor een campagne tegen Irak zal vice-president Dick Cheney, minister van Defensie tijdens de Golfoorlog, komende maand een bezoek brengen aan verschillende landen in de regio. Cheney zal zijn opwachting maken in onder andere Saoedie-Arabië, Jordanië en Turkije. Hij reist ook af naar Groot-Brittannië om steun te verwerven.

Bush senior heeft zich altijd moeten verweren tegen kritiek dat hij de Iraakse leider niet ten val heeft gebracht. De huidige president zou mede uit frustratie over die kritiek nu definitief willen afrekenen met Saddam en zijn regime.

zoek naar gerelateerde artikelen

do 14 februari 2002