SALT LAKE CITY - Het is sprookjesachtig en angstaanjagend tegelijk: het laatste deel van de skipiste die zondag het decor vormt voor de olympische afdaling (mannen) hangt als een bevroren lawine dreigend voor de hoofdtribune van het prachtige Snowbasin Ski Area. Wie geen last heeft van hoogtevrees kan ongestraft tegen de witte muur opkijken; minder heldhaftigen duizelt het voor de ogen, wanneer ze zien welk traject straks de mannen van de jongens scheidt. Of, om het met de woorden van de voormalig olympiaganger Terry Palmer te zeggen: "De Europese piste van Kitzbühl staat bekend als de moeilijkste afdaling ter wereld; en hier in Utah ligt de Amerikaanse tweelingbroer van die Oostenrijkse piste." Die kwalificatie zal Stephan Eberharter als gejodel in de oren hebben geklonken. De favorietenrol die de Oostenrijkse afdaler wordt toegedicht is zo torenhoog, dat Eberharter vanaf de finishlijn welhaast over de toppen van het Amerikaanse gebergte heen kan kijken. Zelfs de tot in de laatste porie met chauvinisme gevulde Amerikanen lijken zich bij voorbaat te hebben neergelegd bij het feit dat Eberharter zondag tijdens de afdaling door niets of niemand valt te verslaan.

|
Vol zelfvertrouwen poseert de Oostenrijkse superfavoriet voor de afdaling Stephan Eberharter voor het bord dat de piste van het Snowbasin Ski Area weergeeft. (Foto: REUTERS)
|
En echt vreemd is die on-Amerikaanse overtuiging niet, want Eberharter bevindt zich in de vorm van zijn leven, rijgt de overwinningen aaneen als kralen aan een ketting en verzekerde zich vlak voor de reis richting Salt Lake City alvast even van de totaaloverwinning in de World Cup afdaling. Afgelopen zaterdag denderde hij in het Zwitserse St. Moritz naar zijn vijfde World Cup-zege van dit seizoen en werd daarmee, met nog twee World Cup-races te gaan, onbereikbaar voor de concurrentie.
Zondag kan hij de kroon zetten op een seizoen dat nu al te boek staat als 'de wederopstanding van Eberharter'. Ruim een decennium geleden immers was de sneeuwmatador - toen net 21 lentes jong - al eens een dubbele wereldkampioen (Super G en combinatie) en leek hij als jongste lid van de ijzersterke nationale skiselectie van Oostenrijk op weg naar de status van levende legende. Maar blessures maakten een einde aan de successtory, nog voordat die was geschreven en Eberharter vond zijn naam enkele jaren later nog slechts terug op de startlijsten van 'dertien-in-een-dozijn-wedstrijden'.
Waar menig oud-wereldkampioen de ski's in de wilgen had gehangen, vocht de uit Stumm afkomstige multi-artiest - Eberharter behoort in Salt Lake City ook tot de favorieten op de Super G en reuzenslalom - zich terug in de schijnwerpers, die inmiddels vol op zijn landgenoot Hermann Maier waren gericht. Oostenrijk aanbad 'The Herminator' en Eberharter leek veroordeeld tot een rol op het tweede plan, totdat een inmiddels wereldberuchte crash Maier op non-actief zette. Diens spreekwoordelijke dood was het brood voor Eberharter, die nu de hoop van heel skiminnend Oostenrijk op olympisch afdalingsgoud op zijn brede schouders voelt drukken.
De inmiddels zeer ervaren Eberharter laat zich door zo'n hoog verwachtingspatroon echter niet meer gek maken: "Iedereen verwacht dat ik in Salt Lake City even de gouden plak kom ophalen en vergeet gemakshalve dat ik daarvoor wel de perfecte afdaling moet skiën; en dat klinkt makkelijker dan het is, zeker op een piste zoals die in Snowbasin Ski Area ligt. Maar gelukkig ben ik inmiddels te oud (32) om me nog nerveus te laten maken. Ik geniet van iedere meter die ik ski, ben meer ontspannen dan ooit en dat is eigenlijk het enige geheim achter mijn successen van de laatste maanden. Als ik zondag de gouden medaille win, is dat natuurlijk fantastisch. Maar als ik hem niet win, draait de wereld natuurlijk wel gewoon door, ook voor mij."
In het 'Down town' Salt Lake City gelegen Austria House, de Oostenrijkse tegenhanger van het Holland House, houdt niemand ook maar enigszins rekening met een nederlaag van Eberharter. De flessen champagne staan al klaar om zondag een letterlijk knallend concert te geven, is het niet ter viering van een zoveelste Eberhart-zege, dan wel om de overwinning van een andere Oostenrijker luister bij te zetten. Want de overheersing van de Oostenrijkse afdalers, die met Strobl en regerend wereldkampioen Trinkl - om er maar eens een paar te noemen - over vrijwel zekere olympische podiumklanten beschikken, begint dit seizoen ongeloofwaardige vormen aan te nemen.
"Ik ben blij dat ieder land maar vier deelnemers per ski-onderdeel mag afvaardigen, anders had ik in Salt Lake City niets te zoeken", gaf de Zwitser Franco Cavegn de mening bij de niet Oostenrijkers misschien wel het beste weer. Zij allen kunnen straks slechts hopen op een klein wonder op de hellingen van de Rocky Mountains. Blijft het Mirakel van Snowbasin uit, dan gaat het zondag ongetwijfeld heel laat worden in het Austria House.