door Ralph Dekkers AMSTERDAM - "Nog drie, vier jaar en dan is het afgelopen met het Al-Qaeda-netwerk." Peter L. Bergen, terrorisme-expert en de man die in 1997 als eerste westerling een televisie-interview met Osama bin Laden hield, is optimistisch. "De trainingskampen in Afghanistan zijn nu weg, dus sterven de goedgetrainde terroristen uit."
|
De Amerikaanse journalist Peter Bergen naast Osama bin Laden.
|
Er gaat nog wel een direct gevaar uit van Al-Qaeda, denkt Bergen. "Voor de komende twee jaar. Maar als je nagaat dat de grote aanslagen die aan Al-Qaeda worden toegeschreven zo'n twee tot vijf jaar aan voorbereiding vergden, dan hoeven we een ramp als die van 11 september niet meer te verwachten."
Even voor die zwarte dinsdag legde Bergen de laatste hand aan zijn boek over Bin Laden, Al-Qaeda en de beweegredenen van de islamitische extremisten. In rap tempo werden de aanslagen er nog in verwerkt en vandaag ligt de Nederlandse vertaling van zijn Holy War Inc. (Heilige Oorlog bv) in de boekhandel.
In zijn boek vergelijkt Bergen Al-Qaeda met een 'multinational met Afghanistan als hoofdkwartier en Bin Laden als voorzitter'. Nu het hoofdkwartier is platgebombardeerd door de Amerikanen, Bin Laden op de vlucht is geslagen en wereldwijd honderden werknemers zijn gearresteerd, is volgens Bergen het bedrijf failliet.
"Natuurlijk zal er nog wel geprobeerd worden een aanslag te plegen op een Amerikaans doel, maar dat zal door een kleine groepering gebeuren. De uitwerking van zo'n aanslag zal lang niet zo catastrofaal zijn als '9-11', gewoonweg omdat zo'n groep niet de middelen daartoe heeft."
Peter L. Bergen, die regelmatig als freelance journalist naar Afghanistan reist, had in 1997 een ontmoeting met de Saoedische terreurleider. Dat had nog heel wat voeten in de aarde, want, zoals hij in zijn boek schrijft: 'Wanneer je op zoek gaat naar Bin Laden, dan vind je hem niet: hij vindt jou.'
Een volgeling van de terreurleider 'vond' Bergen en zijn twee collega's, onder wie de legendarische CNN-verslaggever Peter Arnett, in het Afghaanse Jalalabad. Wanneer de drie willen vertrekken met hun 'gids' moeten ze hun camera afstaan, net als hun horloges, vanwege mogelijke zendertjes. Maar na een ellenlange rit in een geblindeerde jeep vol met tot de tanden bewapende moslimstrijders arriveert Bergen bij de schuilplaats van Osama bin Laden.
De ontvangst is niet hartelijk. Met raketwerpers op hen gericht worden de drie journalisten nauwgezet gefouilleerd. Daarna komt de gastvrijheid: ze worden aan tafel gevraagd. Na een paar uur arriveert Bin Laden. "Het was een bedeesde man, die tijdens het gesprek niet één keer zijn stem verhief", herinnert Bergen zich.
Het interview, gefilmd met een videocamera van een medewerker van Bin Laden, werd toen, een jaar voor de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Nairobi en Dar-es-Salaam, weinig opgemerkt. Na 11 september werd Bergens boek vaste kost voor de Amerikaanse beleidsbepalers. Nu is het volgens hem tijd voor een boek over de ondergang van het Al-Qaeda-netwerk.