SALT LAKE CITY - Of hij ooit aan zichzelf getwijfeld heeft? Jan Bos lacht wanneer hij langs de rand van de Utah Olympic Oval in gedachten het laatste half jaar in vogelvlucht aan zich voorbij laat trekken. Nee, twijfels zou hij het niet willen noemen. Wanhoop, dat komt dichter in de buurt. "Ik had er van de zomer zelfs niet over durven dromen dat ik me ooit weer zo verschrikkelijk goed zou voelen als nu het geval is."
|
Jan Bos. (Foto: dagblad de telegraaf)
|
Het was de sportpsycholoog Rico Schuijers die hem in die maanden in enkele sessies op de kern van de zaak wees. "Ik ben maar een paar keer bij hem geweest, maar tijdens die gesprekken kwam ik er weer achter waarom ik eigenlijk schaats. Het heeft geen enkele zin overal moeilijk over te doen, je moet terug naar de basis. En dat is plezier in het schaatsen hebben."
Leen Pfrommer ging, Konstantin Poltavets kwam, de lucht klaarde op, maar dat betekende niet dat Bos' zorgen als sneeuw voor de zon verdwenen. Het was tijdens de eerste Wereldbeker van het seizoen, nota bene in Salt Lake City, dat hij zich binnenskamers hardop afvroeg of hij ooit nog zijn oude niveau zou bereiken. Negende werd hij tijdens zijn eerste internationale 1000 meter van de olympische jaargang in een beschamende tijd van 1.08,90. "Als je dan Jeremy Wotherspoon een wereldrecord van 1.07,72 ziet rijden, voel je je niet lekker, kan ik je verzekeren. Er moest zoveel aan mijn techniek worden gesleuteld, dat ik me serieus afvroeg of het allemaal op tijd nog in orde zou komen."
Het persoonlijke record van 1.08,38 dat daags daarop volgde, was van grote mentale waarde. "Het laatste pr dat ik daarvoor reed, dateerde van de WK sprint van 1999 in Calgary, toen ik het wereldrecord op 1.08,55 bepaalde. Dat was veel te lang geleden. Schaatsen is alleen leuk wanneer je op korte termijn progressie boekt. En daar heeft het de laatste jaren te veel aan ontbroken. Onbewust werd het heilige vuur te weinig aangewakkerd, technisch liep het allemaal niet meer. Met behulp van videobeelden hebben we toen op die zaterdagavond de zaak geanalyseerd en alles weer behoorlijk op de rails gekregen.
Maar echt tevreden was ik eigenlijk pas na mijn 1000 meter tijdens de olympische trials in Heerenveen. Daar reed ik een eerste volle ronde van 25,5 en een tweede van 27,1. En een verval van 1,6 seconden, dat is in Thialf echt heel weinig, maar bij lange na niet genoeg om hier mee te doen om de prijzen. Hier moet je een eerste ronde van 24,7 rijden en dan het verval beperken tot hooguit 1,2 seconden, dan rijd je vanzelf een wereldrecord. Op dit ijs is het mogelijk om 1.07,5 te klokken. Zoiets zul je moeten schaatsen om voor goud in aanmerking te komen."
Hij heeft er weer zin in en dat gevoel heeft hij lang moeten missen. Zelfs het desastreus verlopen WK-sprint in Hamar, waar de sprinter van DSB zondag eerst op de 500 meter ten val kwam en vervolgens op de 1000 meter verkeerd wisselde, bracht hem niet uit het lood. Hij leerde er naar eigen zeggen enkele wijze lessen. "De eerste dag stond er te veel spanning op mijn benen, waardoor ik te snel verzuurde. Ik heb me die zondag geheel tegen mijn gewoonte in tussen de races laten masseren, waardoor mijn benen beter aanvoelden. Het zijn van die kleine dingetjes die je naar de Spelen meeneemt als ervaring." Zwanger van zelfspot: "Maar mijn belangrijkste les is wel geweest, dat je op de kruising van de binnenbocht naar de buitenbaan moet rijden."
Ook tijdens de trainingen verschijnt er dagelijks een herboren Bos op het ijs. "Ik kan me weer ouderwets focussen op mijn techniek. Er is nog altijd een aantal punten waar aan geschaafd moet worden. De eerste paar stappen na de start zijn nog instabiel en ik moet de bochten nog beter door kunnen komen op hoge snelheid. Iedere training weer merk ik dat het veel beter gaat en dat geeft me een goed gevoel. Wanneer je zaterdag dan ook nog een persoonlijk record van 1.08,07 rijdt na een verre van vlekkeloze race, is dat helemaal lekker meegenomen."
Zich blind staren op olympisch goud is er niet bij. "Ik doe gewoon mijn best zo hard mogelijk te rijden. Na afloop moet ik het gevoel hebben dat ik er alles uit heb gehaald wat erin zit, meer kun je niet doen. Het hele jaar heeft alles moeten wijken om je zo ideaal mogelijk voor te bereiden op deze wedstrijden. Ik moet zeggen dat de voorbereiding van de laatste maand echt niet veel beter had gekund. Het is niet zo dat ik het idee heb dat ik eigenlijk liever dit of dat had gedaan. In het verleden was dat vaker dan me lief was anders. Ik heb me de laatste jaren wel beroerder gevoeld."