CALGARY - Ze worden beschouwd als een noodzakelijk kwaad. Als de paria's van de olympische familie. Oftewel, de reserves. Annemarie van Donselaar, de reserve-remster van de twee vrouwen-bobsleeteams, weet hoe ondankbaar die rol aanvoelt. Haar vier ploeggenoten nemen volgende week hun intrek in het olympisch dorp in Salt Lake City, maar voor haar is in het epicentrum van de Winterspelen geen plaats. Van Donselaar wordt als enige van de ploeg gehuisvest in een huis, 25 kilometer verderop. "Dat is best moeilijk. Het hele jaar functioneren we als een team, maar tijdens het allerbelangrijkste evenement worden we ineens uit mekaar getrokken. Een beetje wreed."
Bij vertrek op Schiphol werd ze vorige week al getroffen door een tweeslachtig gevoel. Iedereen wenste haar succes, maar succes met wat? In principe mag Van Donselaar op 19 februari slechts toekijken hoe de piloten Eline Jurg en Ilse Broeders het er met hun vaste remsters Nannet Kiemel en Jeanette Pennings vanaf brengen. "Binnen het team word ik beslist gewaardeerd", zegt Van Donselaar in het olympisch trainingskamp in Calgary. "Ik voel mezelf ook niet nutteloos of gebruikt. Ik heb wel degelijk mijn aandeel in de olympische kwalificati gehad, maar mijn positie wordt nu wel een stukje moeilijker. Iedereen gaat immers naar Salt Lake City om te presteren, maar ik moet maar afwachten en hopen op een kans."
Tot dat moment zich voordoet, moet Van Donselaar zich schikken in een bijrol. Zelfs het maken van een trainingsafdaling door het olympische ijskanaal is haar als reserve-remster niet toegestaan. Van Donselaar heeft een seizoen achter de rug waarin ze voortdurend haar doelen moest verleggen. Broeders en Jurg begonnen afgelopen zomer hun olympische aanloop met liefst zes remsters. Het was het begin van een afvalrace. "Mijn eerste doel was om mee te gaan met het winterseizoen. Vervolgens wil je tijdens de wereldbekerwedstrijden plaatsnemen in de bob, dan wil je de Olympische Spelen halen en uiteindelijk wil je daar dan ook starten. De kans is groot dat dat laatste niet zal gebeuren, maar met bobsleeën weet je het nooit. Binnen een seconde kan alles anders zijn."
Dat laatste weet ze inmiddels uit ervaring. Eerder dit seizoen, bij de wereldbekerwedstrijd in Königssee, stapte Jeanette Pennings na de eerste afdaling geblesseerd uit de slee van Ilse Broeders. "Ik was echt ontzettend blij. Ja, zo hard is topsport dan", aldus Van Donselaar, die haar concurrente halsoverkop diende te vervangen. "Eerst wilde ik niet eens, want ik er was totaal niet op voorbereid. Ik had de eerste run staan filmen en ineens moest ik me razendsnel omkleden en zelf die slee in. Die omschakeling is op zo'n moment moeilijk te maken", aldus Van Donselaar. Haar wereldbekerdebuut verliep echter boven verwachting. Ze maakte drie runs met Broeders, de combinatie eindigde uiteindelijk als zevende. Na de daaropvolgende wereldbekerwedstrijd in Igls (dertiende) raakte Van Donselaar bij een trainingskamp in Salt Lake City zelf ook geblesseerd, aan haar hamstrings. Het kostte de Groningse haar basisplaats in de slee van Broeders. De blessure speelt haar nu nog parten. "De anderen zie je al zenuwachtig worden voor de wedstrijd, daar heb ik nog totaal geen last van. Ik hoop volgende week weer optimaal fit te zijn. Mijn herstel heeft nu de hoogste prioriteit."
Mede daardoor is het olympische gevoel bij Van Donselaar nog ver te zoeken. "Ik heb wel het olympische wedstrijdpak in mijn bezit, maar ik voel er nog helemaal niets bij", bekent de afgestudeerde ALO-studente, die straks in Salt Lake City ook geen volledige accreditatie krijgt, waardoor ze tijdens de Spelen geen andere sporten kan bezoeken en het daarnaast hoogst twijfelachtig is of ze tijdens de afdalingen van haar ploeggenoten bij de finish wordt gedoogd. "Ik hoop dat ik daar mag staan en dat ik ze juichend uit de slee kan zien stappen. Het is dan hun prestatie, maar geloof me, ik zal echt wel mee juichen. We zijn een hecht team. Bovendien is mijn sportieve toekomst afhankelijk van hun prestatie. Als we de A-status van NOC*NSF verliezen, zal ik volgend jaar toch echt een baan moeten zoeken en misschien wel moeten stoppen met bobsleeën. Mijn lot ligt in hun handen. Hoewel, misschien krijg ik nog een kans..."