door Frank van Vliet BETHLEHEM - Na het uitroepen van hun naam komen ze onder luid applaus naar voren, de 22 verwanten van de 'martelaren' van Bethlehem. Het tafereel heeft iets weg van een diploma-uitreiking, maar daarvoor is de sfeer in het afgeladen zaaltje van de 'Arabische vrouwenvereniging' te beladen, te treurig. We zijn getuigen van de overhandiging van de cheques die door de Iraakse leider Saddam Hoessein beschikbaar zijn gesteld voor Palestijnse families die een dierbare hebben verloren in wat de strijd tegen de Israëlische bezetter wordt genoemd.
Elke cheque is 10.000 dollar waard en kan bij de plaatselijke bank worden geïncasseerd. In het afgelopen jaar zijn tal van dit soort bijeenkomsten gehouden.
Na afloop van de ceremonie staat Jousef Thalgiyeh (42) wat verloren met het kostbare papier in zijn handen. Zijn 17-jarige zoon Johnny werd op 20 oktober vorig jaar voor zijn ogen doodgeschoten toen ze uit de geboortekerk van Jezus in het hart van Bethlehem kwamen.
|
Triest en met afgewend gezicht loopt een vrouw met de cheque van de Iraakse leider Saddam Hoessein langs het rijtje hoge heren. Ze is een van de 22 verwanten van slachtoffers van Israëlische geweld, die een bedrag van 10.000 dollar heeft gekregen.
|
"Hij liep tien meter voor me en tilde net zijn neefje boven zijn hoofd toen hij door een Israëlische scherpschutter werd geraakt. Er was maar één schot, hij stierf in mijn armen", vertelt de vader. Hij zegt dat de cheque hem "zeer treurig stemt". "Ik zou alles wat ik bezit opgeven om mijn zoon weer bij me te hebben." Het geld zal hij op de bank zetten om zijn drie andere zonen te laten studeren. "Zo zullen ze Johnny blijvend herinneren."
Thalgiyeh is Saddam Hoessein dankbaar voor zijn gulle gebaar. "Hij is de enige Arabische leider die werkelijk iets voor ons doet. De Irakezen zijn zelf zo arm en toch sturen ze mij geld." Velen in het zaaltje bewonderen Saddam. Kinderen houden tijdens de plechtigheid trots de Iraakse vlag vast en het portret van de Iraakse president hangt pal naast dat van de Palestijnse leider Jasser Arafat. Slechts één aanwezige, een in de VS opgegroeide Palestijn, durft enige kritiek te uiten. "Saddam koopt zich bij de Palestijnen in. Zo toont hij aan hoe hardvochtig de andere Arabische leiders zijn."
Vast staat dat Saddam diep in de buidel moet tasten. Hij betaalt niet alleen voor iedere Palestijnse martelaar 10.000 dollar, ook zwaargewonden krijgen zo'n bedrag, minder ernstig gewonden 500 dollar en mensen wier huis is verwoest 5000 dollar. Het geld wordt via een bank in Jordanië naar lokale Palestijnse banken overgemaakt en bereikt altijd de getroffen families. Dat zegt de organisator van de bijeenkomst, Hussein Rahal.
De ceremonie is volgens hem bedoeld om de gezinnen te helpen het rouwproces te verwerken. De families worden bij elkaar gebracht om elkaar te steunen. Het geld van Saddam is volgens hem een aanmoediging het Palestijnse gebied niet te verlaten om elders een nieuw bestaan op te bouwen. De familie Aboe Eid denkt er niet aan uit Bethlehem te vertrekken. Ze willen hun woning niet verlaten. Dit is de plaats waar op 19 oktober hun oudste zoon Mousa (19) stierf door een schot van een Israëlische scherpschutter toen hij een deken wilde halen voor zijn broertje. Het kogelgat in het raam in de gang naar de woning zal nooit hersteld worden. Zo wordt Mousa herdacht. Een oom van de familie, die professor in internationaal recht is, onderzoekt de mogelijkheid om het Israëlische leger aan te klagen.
De reacties van beide families op de dood van hun zoon zijn totaal verschillend. Jousef Thalgiyeh zegt bijna poëtisch dat hij hoopt "dat het bloed van mijn zoon een brug naar de vrede zal slaan". De moeder van Mousa heeft heel andere gedachten. ,,Geef me een machinegeweer en ik schiet iedere jood dood die ik tegenkom."