AMSTERDAM - Het moet hét middel worden om kleine en middelgrote fondsen onder de aandacht te brengen van beleggend Nederland: NextEconomy en NextPrime. Met beide nieuwe marktsegmenten komt beursorganisatie Euronext Amsterdam tegemoet aan kritiek van 'de kleintjes', zo bleek al eerder. Maar met deze tegemoetkoming zijn lokale marktfondsen nog lang niet verzekerd van de schijnwerper die beursdirecteur George Möller ze belooft, stellen 'spin doctors' Dorothee van Vredenburch en Frits Hendrikx.
"Vooralsnog komt vrijwel iedereen voor de marktsegmenten in aanmerking." En wat is dan nog het onderscheidende element van beide beurslabels?
De muurbloempjes op de Amsterdamse effectenbeurs klagen al langer: beleggers zijn niet meer geïnteresseerd, de koersontwikkeling is niet je van het en analisten en pers lopen ook al niet warm. "Big is al een tijdje beautiful", gaf beursbestuurder Möller anderhalf jaar geleden al toe: "Het gaat ten koste van de kleintjes."
|
NextConomy en NextPrime zijn begin dit jaar op de Amsterdamse beurs gelanceerd. (Foto: Dijkstra bv)
|
Om het tij te keren, lanceerde Euronext Amsterdam begin dit jaar twee nieuwe marktsegmenten: NextEconomy en NextPrime. De eerste is bestemd voor bedrijven op het gebied van nieuwe technologie, de tweede voor ondernemingen uit traditionele sectoren. "Zie het maar als een schijnwerper", zei Möller er over. "Wij zorgen dat die schijnwerper er is en de bedrijven zelf bepalen of ze er in willen staan."
Van Vredenburch en Hendrikx juichen het initiatief van de beurs toe, maar dat toetreding bedrijven een grotere zichtbaarheid geeft, is volgens beide spin doctors van Citigate First Financial geenszins een automatisme. Te meer daar op korte termijn vrijwel alle fondsen voor de nieuwe beurslabels in aanmerking lijken te komen. Aan de voorwaarden die Euronext tot 2004 voor toetreding stelt, is namelijk niet zo moeilijk te voldoen, stellen Van Vredenburch en Hendrikx.
"De voorwaarden die van de fondsen echt een inspanning vergen - de publicatie van kwartaalberichten en het hanteren van de international accounting standards - gelden pas vanaf 1 januari 2004", wijzen ze op een passage in een voorlichtingsbrochure van Euronext. "Aan de overige voorwaarden (waaronder Engelstalige berichtgeving, het houden van twee analistenbijeenkomsten per jaar en het verstrekken van financiële informatie via internet, red.) voldoen de meeste fondsen al, of het kan betrekkelijk eenvoudig worden geregeld."
De echt onderscheidende werking van kwalificatie voor één van beide beurssegmenten zal zich dan ook niet voordoen vóór 2004. En dan nog is het de vraag of de schijnwerper van Möller voldoende fel is voor de aandacht die de klagers willen. Vooral de particuliere belegger is voor lokale fondsen met een klein pr-budget moeilijk te bereiken, weten Van Vredenburch en Hendrikx uit ervaring. "De enige manier is via de media." En die zitten niet te wachten op nóg meer persberichten, erkennen ze.
Zelfs buitengewone resultaten zijn al niet meer voldoende voor aandacht van de pers, constateren de spin doctors. "Aansprekende producten, aansprekende bestuursvoorzitters: die krijgen aandacht", stellen Van Vredenburch en Hendrikx vast. "Ondernemers moeten een duidelijke groeistrategie bepalen en besluiten of ze de beurs willen gebruiken om kapitaal aan te trekken."
Beide communicatieadviseurs kijken wel eens met ietwat van afgunst naar het Verenigd Koninkrijk. "Daar zijn aandelen op naam en weet een bedrijf dus precies wie zijn aandeelhouders zijn." In Nederland zijn aandelen aan toonder en heeft een onderneming dus meer moeite met het identificeren van zijn investeerders. "Het maakt de vraag: waar zitten mijn aandeelhouders, moeilijker te beantwoorden."
Van de lancering van de bij NextEconomy- en NextPrime-behorende indices verwachten Van Vredenburch en Hendrikx niet zo veel. Omdat de aandelen van toetredende fondsen in veel gevallen niet zo liquide zijn, en de samenstelling van de indices van dag tot dag kan wijzigen, is het niet mogelijk om mandjes op basis van beide indices te verhandelen.
Voor de roadshows krijgt Euronext bij de communicatieadviseurs wél de handen op elkaar. Die starten naar verwachting in april. Voor particuliere beleggers is het streven naar acht bijeenkomsten per jaar. Of Jan Particulier daarbij ook op komt dagen, blijft de vraag. "De beurs Geldzaken is dit jaar ook al afgeblazen. Er was te weinig belangstelling."