GENK - Zijn weg is met het zwarte goud geplaveid. Van de mijnwerkersgrond van Kerkrade naar de kolenbergen van Genk. Met Roda JC drie seizoenen meer dan een subtopper, in de kleuren van Racing Genk halverwege de competitie pardoes lijstaanvoerder van België. Sef Vergoossen bewijst zonder te schreeuwen zijn kwaliteit. Gewoon zijn vindt de Limburger immers al gek genoeg. Maar dat Vergoossen geen grijze muis is, wat hem bij Roda JC eens werd verweten, bewijst hij nu terdege bij onze Zuiderburen.
|
Sef Vergoossens.
|
Letterlijk uit de as herrezen. Het Fenix-stadion doet zijn naam eer aan. Verborgen tussen de zwarte bergen met kolengruis in Belgisch Limburg volbrengt Vergoossen dagelijks zijn trainingen in de prachtige accommodatie. Het is meer regel dan uitzondering dat hij als laatste het veld verlaat. Noem het zijn arbeidersmentaliteit. "We zijn gecharmeerd van zijn werkwijze en de enorme energie die hij uitstraalt", bevestigt Genks voorzitter Jos Vaessen.
Vergoossens contract werd al opengebroken en verlengd tot 2004, met de optie om voor onbepaalde tijd bij te tekenen. "Ik voel me hier thuis", zegt Vergoossen tevreden. Al moest hij de eerste weken ook wennen. Hij snapte de regels van de straat niet. "In sommige wijken zijn de kinderen hier de baas. Hier wordt nog ouderwets straatvoetbal gespeeld en moeten automobilisten wijken."
In deze voormalige mijnwerkersregio bepalen de tweede en derde generatie gastarbeiders uit Italië, Griekenland, Turkije, Portugal, Spanje en Marokko momenteel de staat van dienst. "De Zuid-Europese cultuur heerst hier. Zeker bij voetbal. Steeds zit het stadion vol. Ze maken er een feestavond van en zijn urenlang rondom het stadion te vinden. Een hele warme emotie."
Zeker nu het blauw-wit België regeert. "Dat we zo snel zo hoog zouden staan, had ik nooit verwacht", kijkt hij terug. "Ik had vertrouwen in de groep. Veel trainers schreeuwen al gauw over nieuwe aankopen, maar ik kijk eerst naar de groente in de eigen tuin. Ik hou niet van roepen om het roepen. Daarmee breng je twijfels in de groep. Rust is juist het belangrijkste ingrediënt."
Maar rust is een simpel begrip voor een complexe materie. Zeker in de met dollartekens doordrenkte voetbaljungle. "Rust creëer je door duidelijkheid te geven. Daardoor heb ik meteen voor een vaste speelwijze gekozen. Daar kun je het best op trainen. We gaan ons niet aanpassen aan tegenstanders. Vorig jaar had Genk daardoor een uit-complex. Er werd slechts één keer gewonnen en twee keer gelijk gespeeld. Over 34 wedstrijden win je door uit te gaan van je eigen kracht altijd de meeste punten."
"Over de speelwijze heb ik de spelers laten meedenken. Zo ontstaat er een wederzijdse betrokkenheid. Daarna heb ik de spelers redelijk vroeg aangegeven in welke positie ze het best functioneren. Dan weet iedereen wat ik van hen verlang. De spelers kunnen ergens op terugvallen. En ja, ik ben een man van discipline. Maar de boetepot vind ik de goedkoopste manier om discipline te handhaven. Het moet van twee kanten komen. In samenspraak gaan. Wat dat betreft is het beter om met Belgen te werken dan met Nederlanders. Belgen zijn meer gedisciplineerd, beter coachbaar en professioneler met hun vak bezig. Dat merkte ik bij Roda JC al."
Zijn overstap werkte tweeledig. Waar Genks ster rees (vorig seizoen anoniem elfde), donderde Roda JC naar de kelder. Bij de Kerkradenaren blijven was voor Vergoossen geen optie meer. "Roda was niet rijp om structurele zaken aan te pakken in het tempo dat ik wilde. De randvoorwaarden waren slecht. Op organisatorisch en technisch gebied heb ik aangegeven wat er veranderd moest worden. Helaas kon dat niet op korte termijn. De slechte prestaties van dit seizoen verrassen me niet. Op het einde van vorig seizoen zag ik al haperingen. Ik heb duidelijk aangegeven hoe kwetsbaar Roda was. Ook in de spelersgroep. Sommige jongens hadden moeten vertrekken en op sommige posities waren versterkingen noodzakelijk. Maar niemand heeft ernaar geluisterd. Jan van Dijk was binnen twintig minuten met me uitgesproken. Hij hoefde blijkbaar niet te weten wat er binnen de selectie leefde. Dan niet!"
Vergoossen betreurt hij zijn vertrek uit Nederland geen moment. De dans om het trainerschap vindt hij er soms zelfs op volksmennerij lijken. "De pers heeft een té belangrijke stem. Zeker qua het bondscoachschap. Het is vreemd om te zien hoe bepaalde mensen gepusht worden. In Nederland hebben veel oud-voetballers een te hoge status. Het is een feit dat niet iedere oud-voetballer het vermogen heeft om als trainer situaties goed in te schatten."
Zo begrijpt Vergoossen dat hij nooit voor het bondscoachschap van Oranje zal worden gevraagd. "Het is onmogelijk dat mijn persoontje daarvoor in aanmerking komt. Niet op basis van kwaliteiten, maar gezien mijn beperkte status. Foppe de Haan zit in hetzelfde schuitje. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Misschien heb ik de internationale ervaring niet, maar die kun je compenseren met een ervaren assistent- trainer. Ik heb nu eenmaal het etiket schoolmeester. Maar iedere club zoekt naar de trainer die aan hun behoefte voldoet. Ik denk dat ik goed in staat ben om een sfeer te creëren waarin iedereen zich thuis voelt en in kan presteren. Daarnaast train ik altijd doelgericht. Dan gaan de jongens er altijd helemaal voor."
Het voorlopige leiderschap en de gouden schoen voor spits Wesley Sonck zijn de eerste Genkse vruchten van Vergoossens beleid. "Een geduldig mens met een grote persoonlijkheid", noemt sterspeler Sonck zijn trainer. "In zes maanden tijd heeft hij de rust in het team teruggebracht. Hij maakt enorm veel tijd voor de spelers vrij en staat altijd open voor de dialoog. Zo naast als op het veld weet hij ons sterker te maken. Zeker op het mentale vlak."
Maar de tijd van rustig gedijen in de coulissen is voorbij. De mijnwerkersclub steekt met kop en schouders boven de grond. En voor het eerst in zijn leven staat 'onze' Sef in de cruciale fase van de competitie aan de leiding. "Het enige spanningveld waar we voor gingen was om tegen de subtop te zitten", kijkt Vergoossen terug. "Natuurlijk is die doelstelling nu bijgesteld. Al durft niemand het woord kampioenschap in de mond te nemen. Dat is ook niet reëel. Dit is een vrij jonge ploeg. De concurrenten hebben veel meer fysiek vermogen en ervaring in huis. Konden we eerst onbevangen voetballen, nu moeten we met de druk omgaan. Dat is weer een ander uitgangspunt en voor mij een nieuwe uitdaging."