door Coo Dijkman GUYANCOURT - Het Technocentre van Renault en het technisch centrum van het Formule 1-team van Alain Prost liggen op steenworp van elkaar in het plaatsje Guyancourt, ten westen van Parijs. Toch zijn het werelden van verschil, te vergelijken met het contrast tussen de G7- en ontwikkelingslanden. Zo werken dagelijks in het diepste geheim 7000 mensen in het Technocentre aan de nieuwe modellen van de Franse autogigant, maar moet het personeel van Prost Grand Prix lijdzaam afwachten of aan het eind van de maand hun salaris wordt overgemaakt. Die tegenstellingen zijn actueler dan ooit nu de door schulden geplaagde Prost vandaag hoopt te horen of de surseance van betaling wordt opgeheven, terwijl gisteren kosten noch moeite werden bespaard om de wereld kond te doen van de terugkeer van Renault als constructeur in de Formule 1.

Jarno Trulli, Flavio Briatore en Jenson Button. (Foto: REUTERS)

Viervoudig wereldkampioen Prost vecht dus voor zijn bestaan, maar bij de presentatie van Renault werd duidelijk dat hun team juist bestaat om te vechten. Patrick Faure wond dan ook om de ambities geen doekjes. "Ik zou zeer teleurgesteld zijn als we dit jaar niet bij de eerste vier in het constructeurskampioenschap eindigen. In 2003 willen we regelmatig races winnen en het jaar daarop gaan we voor de wereldtitel", sprak de baas van Renault F1 zonder hoogmoedig te willen zijn, "want arrogantie laat ik aan andere teams over."

Nadat vorig jaar het Benetton-team werd opgekocht en alleen nog de motoren de naam van de mastodont droegen, gaat Renault komend seizoen onder volledig eigen naam aan het WK deelnemen, zoals dat ook het geval is met nieuwkomer Toyota en Ferrari. Vandaar de leus '100% Renault'. Toch gaat de vergelijking met bijvoorbeeld Ferrari, dat lange tijd als enige Formule 1-team zelf het chassis en de motor ontwierp en bouwde, niet helemaal op. De Fransen hebben immers lering getrokken uit het verleden (1977-1985), waarin men in eigen huis letterlijk het wiel wilde uitvinden en nimmer de wereldtitel als constructeur wist te veroveren. Als innovatief motorenbouwer (turbo- en V10-atsmosferische motor, als ook pneumatische klepbediening) waren zij daarentegen onovertroffen, waardoor zij in combinatie met een rasechte constructeur als Williams (1988-1997) bijzonder succesvol waren.

Eenzelfde samenwerking is vanaf 2000 gezocht met Benetton, waar Pat Symons en Mike Gascoyne de technische scepter zwaaien. Alle partijen beweren dat er inmiddels een symbiose ontstaan is die haar vruchten moet gaan afwerpen.

De totale operatie staat onder leiding van de flamboyante Flavio Briatore, die ook al eens aan het hoofd stond van het Benetton-team waarvoor Michael Schumacher uitkwam en wereldkampioen werd. Hij runt het team als een pure zakenman. "Er is namelijk geen verschil tussen het leiden van, zeg maar, een gewoon bedrijf en een Formule 1-team", vertelde de Italiaan die ooit het merk Benetton in de Verenigde Staten succesvol in de markt zette.

In de kraamkamer van Renault werd de wedergeboorte van de Formule 1-constructeur op grootse wijze gevierd. Die trok veel bekijks in het Technocentre want er waren maar liefst 1500 genodigden aanwezig, onder wie de hoogste baas Louis Schweitzer.

Renault blijft vertrouwen hebben in de wijde V-hoek van de motor (ongeveer 111 graden). De data van de V10 werden uit concurrentie-overwegingen niet prijsgegeven, maar zeker is dat het aantal pk's ver boven de 800 ligt. Naar verluidt dicht in de buurt van de BMW-motor, die 850pk zou leveren.

In de aanloop naar de eerste Grand Prix op 3 maart in Australië worden veel rookgordijnen opgetrokken; ook in Guyancourt. Niet wat de rijders Jarno Trulli, Jenson Button en testcoureur Fernando Alonso betreft. Die waren al in eerder stadium aangekondigd, wat ook voor het Japanse sigarettenmerk Mild Seven als sponsor gold. Het meest opvallende en vermakelijke van de presentatie was dan ook dat deze sponsor niet op de auto stond en daar was hoge baas Sato dan helemaal voor uit Japan gekomen! De Franse wet verbiedt immers tabaksreclame in eigen land. De schijnheiligheid ten aanzien van dat gegeven kwam tot uiting bij de uitreiking van de informatiemappen. De Engelstalige versie bevatte foto's mèt, de Franstalige afbeeldingen zonder Mild Seven, zodat alle aanwezigen maar beide meenamen. Sprak topman Schweitzer niet over globalisering...?

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 28 januari 2002