door Harry Blom AMERSFOORT - "Een royaler land dan Nederland is er niet. Jullie regering behoort al tot de vrijgevigste ter wereld. Misschien zijn alleen landen als Denemarken en Zweden vrijgeviger. Maar jullie bevolking staat helemaal aan de top." Deze lofzang op de nationale gulheid voor hulp aan het buitenland komt van Dean Hirsch, internationaal president van de christelijke hulporganisatie World Vision. Hij bezocht Nederland voor overleg en de komende opening van een grote opslagplaats voor noodhulp in Gouda.
Hirsch, voormalig computerconsultant uit Californië, bedelde vorig jaar ruim een miljard dollar bij elkaar. Gulheid is in ons eigen belang, zegt Hirsch.
Het gaat niet alleen om hulpverlening bij natuurrampen en oorlogen of om de aanleg van een waterleiding of voedselverschaffing. Alleen met een totaal-programma van hulpverlening - van schoon water tot financiering - ontstaat de kans dat de ontvangers van de hulp liever in hun dorp blijven dan naar de grote stad of naar het rijke westen te gaan.
"Je zal maar een jonge zwarte in Zuidelijk Afrika zijn", zegt Hirsch, "je ziet dat de mensen om je heen sterven aan aids. Je vindt dat je geen goede opleiding krijgt. Waar zou je heen gaan? Juist, naar Europa of Noord-Amerika".
Hirsch, die al een kwart eeuw in het hulpverleningswerk zit, heeft in de loop der jaren een hoop zien veranderen in zijn sector. Nog regelmatig is er competentiestrijd tussen nationale autoriteiten, internationale organisaties als de Verenigde Naties en particuliere organisaties (NGO's, zoals ze zichzelf noemen), maar gaandeweg wordt er steeds meer en steeds beter samengewerkt, ook tussen de particuliere organisaties onderling.
"World Vision staat voor duurzaamheid - "in Afghanistan blijven wij nog zeker 15 tot 20 jaar bezig" - en zwaar leunen op lokale partners. Hirsch: "van onze medewerkers over de hele wereld komt 96 procent uit de streek zelf".
World Vision is christelijk, en maakt daar geen geheim van. Zij 'specialiseert' zich op het kind en alles wat met kinderen samenhangt: onderwijs, werk, gezondheid, maar ook het 'recht op religie'. Ondanks deze profilering is er uitstekende samenwerking met niet-gelovige en bijvoorbeeld islamitische hulporganisaties.
Wellicht het meest krasse voorbeeld van samenwerking over de grenzen van het denkbare heen is volgens Dean Hirsch het voedselhulpprogramma van World Vision in Noord-Korea, waar de organisatie zes noedel-fabriekjes heeft en dagelijks meer dan 100.000 kinderen en bejaarden een maaltijd verschaft. "We hebben gezegd dat we christelijk zijn en dat we kinderen willen redden. Het werkt". En dat in een land waar de meest stalinistische vorm van communisme wordt gecombineerd met een tot staatsgodsdienst verheven persoonsverheerlijking.
Ter wille van het kind houdt Hirsch zich dagelijks bezig met bevordering van de efficiency, met een zo goed mogelijk besteden van de euro. Daarvoor wil hij zelfs buiten de hulpgebieden samenwerken met 'concurrenten' onder de NGO's en de identiteit van zijn eigen organisatie opofferen."Als mijn enige motivatie de identiteit van mijn eigen organisatie zou zijn, hoorde ik niet in deze business thuis", zegt hij met overtuiging.