HILVERSUM - Omdat geen luchthaven hen toeliet, hebben drie jonge Arabische kapers in 1973 gedreigd een KLM-Jumbo met 247 passagiers aan boord op Amsterdam te laten neerstorten. Dat de hoofdstad ontsnapte aan deze ramp was alleen te danken aan het feit dat de Arabieren uiteindelijk toestemming kregen voor een tussenstop op Malta.
De voor het merendeel Japanse passagiers mochten daar, na bemiddeling van de toenmalige premier Dom Mintoff, 's nachts van boord. Pas twee dagen later, in Dubai, kwam de Nederlandse bemanning vrij en kregen de kapers een vrijgeleide.
Dit blijkt uit verklaringen van Nederlandse bemanningsleden in het tv-programma 'Andere Tijden' (NPS), dat vanavond om 20.33 uur wordt uitgezonden op Nederland 3. Het is voor het eerst in bijna dertig jaar dat oud-gezagvoerder Risseeuw en ex-stewardess Kiel het stilzwijgen verbreken over dit incident, dat rampzalig had kunnen aflopen.
De KLM-Boeing 'Mississippi' was op weg van Amsterdam naar Tokio en werd, na een tussenlanding in Beiroet, op zondag 25 november 1973 gekaapt boven Bagdad. Het begin van een urenlange, martelende kriskras-vlucht boven het Midden-Oosten, omdat het toestel nergens mocht landen. Meermalen dreigden de kapers het toestel op te blazen. Behalve Amsterdam ook boven Tripoli en Aden.
Bijzonder was dat het incident plaatsvond tijdens de oliecrisis en dat de kapers een KLM-toestel tot doelwit kozen vanwege de pro-Israelische houding van ons land.