KWINTSHEUL - In de vierde WK-kwalificatiewedstrijd was het eindelijk raak voor de Nederlandse handballers. Na een gelijkspel en nederlaag tegen Oostenrijk en een uitnederlaag tegen Georgië was er de eerste winst (26-24) tegen dezelfde voormalige Russische provincie. De winst betekende een opsteker voor het keurkorps van bondscoach Sjors Röttger. Bovenal voor de oefenmeester zelf. Oostenrijk verloor in Finland (33-25), waardoor Oranje een kleine theoretische kans houdt alsnog als poulewinnaar de WK play-offduels te bereiken.

Patrick Kersten haalt uit tijdens de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Georgië. (Foto: ANP)

Zonder slag of stoot verliep het echter allemaal niet. Eens te meer bleek Nederland een echt leiderstype in het veld te ontberen. Lichtgewicht Eelco Overkleeft is weliswaar technisch vaardig en begon goed met vier snelle scores, maar hij verdient niet het predikaat 'leider'. Daarvoor is hij te grillig, zoals ook nu weer bleek uit het grote aantal foute passes. Degene die bij uitstek geschikt zou zijn voor die rol is Aalsmeer-aanvoerder Jeroen Hölscher, maar die is om meerdere redenen lang buitenspel geweest en kampt nog steeds met een terugslag na allerlei fysieke problemen.

Oranje acteerde over het geheel nerveus, omdat het wist dat een nederlaag veel kritiek zou opleveren. De geblokte Georgiërs konden in de eerste helft vrij moeiteloos bijblijven en dat deed de zelfverzekerdheid van Nederland bepaald geen goed. Na de pauze (11-10) kreeg Oranje aanvankelijk meer vat op het spel en zichzelf, maar vijf zwakke minuten, waarin de gasten een 21-17 achterstand ombogen naar een 21-22 voorsprong, bracht Oranje toch weer aan het wankelen. Twee belangrijke stops van de in de slotfase ingevallen Malik Besirevic en twee treffers van cirkelloper Harold Nusser bleken net het zetje dat Nederland op dat moment nodig had: 24-22. De opluchting was groot in het Nederlands kamp. "Deze overwinning hebben we hard nodig om in onszelf te blijven geloven", omschreef de na vier jaar teruggekeerde Björn Budding, die pas zijn veertiende interland speelde. "Ik moest zelf ook eerst even de spanning van me afspelen." Budding vindt het onder de huidige omstandigheden weer een verademing om voor Oranje te spelen.

De maximale inzet en teamspirit kunnen echter de manco's van Nederland niet verbloemen in hun verwoede strijd op weg naar de Europese subtop. Natuurlijk kan Oranje bogen op spelers met ervaring in de Duitse Bundesliga, maar ze spelen allemaal of in de onderste regionen (Gielen, Beers, Kersten) of op een 'dienende positie' op de hoek (Schmetz en Nijdam). Het is voor het Nederlands handbal en het beleid van Röttger van evident belang dat talenten als Ron Klemann, Joey Duin, Gerrie Eijlers en Fabian van Olphen ook de stap maken naar het buitenland, bij voorkeur naar Duitsland. En dat moet dan wel snel gebeuren, want Röttger vindt dat Nederland vanaf 2004 op titeltoernooien aanwezig moet zijn. Dat zit er voor het komende WK niet echt in. Of Nederland moet de komende week verrassen met twee zeges op Finland én Oostenrijk moet tegen Georgië drie punten laten liggen. Maar dat mag zo goed als uitgesloten worden geacht.

Het Nederlands Handbalverbond heeft een arbitragezaak aangespannen bij de internationale handbalfederatie IHF. Het NHV probeert bij de zogenaamde 'Schiedskommission' de 1 miljoen euro binnen te halen die de IHF toezegde bij de toewijzing van het WK vrouwen 2003 aan Nederland. De internationale bond wil het WK-organisatiecomité slechts 500.000 euro betalen.

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 21 januari 2002