AMSTERDAM - De Ondernemingskamer heeft de afgelopen vier weken tot drie keer toe zijn uitspraak in de baggeroorlog uitgesteld. Maar vandaag zal de rechtbank het definitieve oordeel vellen. Dan ook blijkt of het bestuur van Hollandsche Beton Groep (HBG) wanbeleid te verwijten valt. Marktdeskundigen denken dat de vlag bij het Rijswijkse bouwconcern - dat afgelopen weekeinde zijn 100ste verjaardag beleefde - weliswaar uit kan, maar dat de directie wél een flinke veeg uit de pan krijgt.
|
Op de baggeroorlog ging HBG ook tijdens een aandeelhoudersvergadering in.
|
Analisten zijn van mening dat nu maar eens een eind moet komen aan het gedonder. "Daar lijkt iedereen ook klaar voor", zegt Dirk Verbiesem van Van Lanschot Bankiers. "Aandeelhouders die het niet met het beleid van het eigenzinnige HBG-bestuur eens zijn, hebben naar verwachting hun stukken al verkocht."
Voor de fusie tussen de baggerdivisie van HBG met die van collega Ballast Nedam is inmiddels het groene licht gegeven. Het ziet er naar uit dat die bundeling niet meer wordt teruggedraaid. "Maar het kan nog wel", stelt directeur Peter Paul de Vries van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). Hij is van mening dat aandeelhouders onjuist zijn geïnformeerd door HBG en niet betrokken zijn bij relevante besluitvorming.
Analisten lijken het in principe met hem eens, maar hebben tabak van de zaak. "Er is in de tussentijd niets gebeurd wat de zaak in een nieuw daglicht kan stellen", vinden ze.
"Mogelijk kan de Ondernemingskamer een boete uitdelen aan het adres van HBG", oppert Reinier Westeneng van SNS Securities. "Of besluiten tot het schorsen van bestuurders. De sancties kunnen fors zijn", waarschuwt hij dan ook.
Hij begrijpt echter niet waarom de Ondernemingskamer de uitspraak tot drie keer toe heeft uitgesteld. "Er moesten nog een paar zaken worden opgelost voor het einde van het jaar", werd gezegd na de eerste keer uitstel. "Dat wil ik best geloven", aldus de SNS-analist, "maar na drie keer uitstel wordt dat wel lachwekkend."
VEB-directeur De Vries ziet in het uitstel juist een bewijs dat het geen makkelijke zaak was voor de Ondernemingskamer. "De zaak is nog lang niet afgekaart. Als het makkelijk was, dan had de uitspraak vast eerder plaatsgevonden." Hij verwacht daarom een uitgebreide beschikking.
In de eerste beschikking, van 4 juli vorig jaar, kreeg Nederlands grootste bouwbedrijf er flink van langs. De Ondernemingskamer was toen van mening dat HBG er niet blijk van zou hebben gegeven alle in aanmerking te nemen belangen naar behoren te hebben afgewogen. "Er zijn gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid van HBG." Vooral met de belangen van aandeelhouders werd niet of nauwelijks rekening gehouden, zo kon worden opgemaakt uit het in juli verschenen rapport.
De beschikking van de 4de juli leidde tot de bevriezing van de fusieplannen van HBG en Ballast en uiteindelijk tot liefst twee enquêtes die beide constateerden dat van wanbeleid geen sprake was. Wel waren de onderzoekers in hun rapporten van mening dat HBG forse steken had laten vallen in zijn communicatie met beleggers. De ervaring leert dat in de meeste gevallen de Ondernemingskamer de conclusies van deze enquêtes overneemt.