AMSTERDAM - Het leek zo'n mooie oplossing. Bij drukkerij Johan Enschedé had nog jaren de kachel kunnen branden op de 380 miljoen guldenbiljetten die De Nederlandsche Bank (DNB) uit de roulatie haalt, ware het niet dat de biljetten te giftig zijn.
Door het plastic, de metaalachtige stoffen en de bijzondere inkt van de biljetten mag Johan Enschedé de biljetten niet langer verbranden, omdat het daarvoor geen milieuvergunning meer heeft.
De investeringen die nodig waren om een verlenging van de milieuvergunning in de wacht te slepen, waren niet meer de moeite waard, aldus DNB gisteren tijdens een persbijeenkomst in Lelystad.
De miljoenen biljetten die door de euro overbodig zijn geworden komen via Geldnet en Brinks terug bij DNB in Amsterdam. Daar én bij Johan Enschedé in Haarlem worden de bankbiljetten versnipperd en tot 'worsten' pulp geperst. Dit soort worsten werden in het verleden altijd verbrand in een oven bij Johan Enschedé, waar op de oven een centraal verwarmingssysteem was aangesloten.
Nu dat niet meer mag, gaan ze de reguliere afvalverwerking in, aldus DNB. Ook hierbij worden de biljetten verbrand, alleen gebeurt dat niet in de buurt van een woonomgeving, zoals bij Johan Enschedé het geval was. Verder zit DNB in zijn maag met zo'n 300 pallets vol doosjes eurokits. De ongeveer 2,5 miljoen setjes met gratis euromunten zijn niet uitgeleverd. De Koninklijke Munt heeft interesse in een bescheiden aantal kitjes om te verkopen aan binnen- en buitenlandse verzamelaars. Wat er met de resterende setjes euromunten moet gebeuren, weet DNB niet.