AMSTERDAM - Een delicate balans tussen absolute topspelers (het peloton grootmeesters), de jeugd en duizenden schaakliefhebbers uit de hele wereld, die 'hun' Hoogoventoernooi niet willen missen. Om die balans te vinden, heb je veel geld, goede wil, zaalruimte, talloze vrijwilligers en een grote hoeveelheid bekwame professionele schaakorganisatoren nodig.
Eigenlijk is het een wonder dat het ieder jaar weer lukt. Dat daarbij niet iedereen tevreden kan zijn, is onvermijdelijk. Zo is de jaarlijkse teruggang in het aantal toegelaten deelnemers (dit weekend de vierkampers) en tienkampers (vanaf vrijdag) een punt van zorg van de eerste orde. In en om het toernooi is dat een veelbesproken kwestie. Juist zij die nooit het podium zullen halen, zijn verknocht aan dat olympische 'deelnemen'.
Een voorbeeld: dit jaar zijn 80 tienkampers minder toegelaten. Dat hakt er, na de inkrimpingen in de vorige jaren, erg hard in. Juist nu het doorgaan voor minstens nog drie jaar is gegarandeerd, zullen toernooicomité en toernooidirectie moeten vechten voor die balans. Dat evenwicht tussen topschaak en massaschaak waarin de Corus-toernooien de machtige Hoogoven-traditie moeten voortzetten. Want daar gaat het om. Om dat vrolijke, ernstige, bruisende schaakfestival.
Naast de grootmeestergroep A is er de B-groep, die vandaag start. Onder de twaalf deelnemers bevinden zich zes Nederlanders. De grootmeesters Nijboer en Van der Wiel, de meest recente grootmeester Harmen Jonkman, de geroutineerde meester Frans Cuijpers, het jonge talent uit Friesland Jan Werle en de vrouwengrootmeester Zhoaqin Peng. Zij meten hun krachten met de Rus Tregubov, de Pool Krasenkov, de Chinees Yu (allen 2500 plus), Scrypchenko, de Bulgaarse Stefanova en topgrootmeester Ivan Sokolov. Met zijn rating van 2658 haalt hij het gemiddelde op.