![Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 20kb)](../fotos/spo.artikel.spokroon.jpg)
|
Karsten Kroon werkt in het Spaanse Javea verder aan zijn conditie. (Foto: anko stoffels)
|
JAVEA - In het zevende jaar wordt het de hoogste tijd dat de eerste vruchten worden geplukt. Met een gedegen plan stapte de Rabobank in 1996 uiterst ambitieus in de wielersport. Nederlandse talenten van jongs af aan opleiden en laten doorbreken bij de profs; dat was het grootste streven van de bankier. Hoewel de ploeg met Erik Dekker en Michael Boogerd het oranje terugbracht bij de wereldtop, stagneerde de doorbraak van de talenten. Het komende wielerseizoen moet er na jaren van zaaien eindelijk eens worden geoogst. Binnen de Rabobank zijn vele ogen op Karsten Kroon gericht.
Hoewel in het groen rijden, niet geforceerd fietsen maar werken aan het uithoudingsvermogen, het devies is op het zonovergoten trainingskamp in Javea, onderscheiden enkele renners zich meteen wanneer er een tandje bij wordt geschakeld.
In het kielzog van Dekker en Boogerd handhaaft de 25-jarige Kroon zich ogenschijnlijk probleemloos aan kop. "Ik weet dat de verwachtingen hoog gespannen zijn, maar daar slaap ik niet minder van", zegt de Drent, die bulkt van het zelfvertrouwen na de gedane arbeid.
Zelf heeft hij de lat ook weer hoger gelegd. "Afgelopen jaar kon ik me lang van voren handhaven in Parijs-Roubaix, de Amstel Gold Race, de Hamburg HEW-classic en Parijs-Tours. Dit seizoen is mijn ambitie om mee te spelen in de Wereldbeker. Minimaal goed werken voor de ploeg tot in de finale, maar stiekem reken ik op een uitschieter."
Van de ploegleiding heeft hij inmiddels de garantie op zak dat hij bij de vaste kern voor de klassiekers behoort. Men kon niet meer om hem heen, ook omdat enkele andere ploegen Kroon wilden inlijven. Die belangstelling kwam na zijn knappe zege in de GP Gippingen, een klassieker van de eerste categorie. "Drie jaar had ik geen enkele wedstrijd meer gewonnen. Ik voelde die overwinning als een keerpunt. Daarom was de ontlading zo groot."
In de eerste drie jaar bij de profs heeft Kroon het moeilijk gehad. "De overstap naar de profs is enorm groot", zucht hij. "Ook voor Rabo-amateurs. In 1998 won ik als amateur al vijf profkoersen, zodoende had ik grote verwachtingen. Dat viel tegen. De wedstrijdbelasting bij de profs is vele malen groter. Daarnaast voel je er veel meer druk. Wielrennen is ineens je werk en je enige doel in het leven. Het duurt gewoon een tijd voordat je dat lichamelijk en geestelijk kunt verwerken." Kroon kreeg in die periode de kritiek dat hij niet serieus genoeg leefde voor de sport. In de winter trok hij wel eens een maandje als backpacker met enkel een rugzak naar Amerika, waar hij zich onder die omstandigheden nooit optimaal kon verzorgen. "Ik heb misschien een beetje een laconieke uitstraling en oog een beetje gemakzuchtig. Maar die schijn bedriegt. Als individu maak je rond je 22e een enorme ontwikkeling door. Ik heb vijf jaar op kamers in een studentenhuis in Groningen gewoond, waar ik werktuigbouwkunde studeerde. Dat waren tropenjaren. Ik wilde qua studie en fietsen maximaal presteren, maar daarnaast hoorde ook uitgaan bij mijn studentenleven. Die combinatie eiste een enorme zelfdiscipline. De omschakeling van student naar profwielrenner is groot. Het kostte enige tijd om weer evenwicht in mijn leven te vinden."
"Het afgelopen jaar ben ik een stuk serieuzer geworden. Ik ben me er nu terdege van bewust welke unieke kans ik heb. Die wil ik niet verknallen. Als jonge prof weet je niet wat je kunt verwachten. De zege in Gippingen heeft me veranderd. Ik besefte dat het er inzit. Dat ik een goede prof kan worden. De aansluiting bij de subtop is nu binnen handbereik. Daarvoor heb ik zo lang gewerkt. Alle twijfels zijn voorbij."
Zelfverzekerd: "Wanneer ik in een kansrijke positie ben, komt mijn echte kracht pas naar voren. In Gippingen kon ik met hangen en wurgen aansluiten, maar eenmaal in de kopgroep wist ik meteen dat ik de rest in de sprint zou kloppen. Dan komt mijn overwinningsdrang naar voren. Met 65 kilogram ben ik dan wel een lichtgewicht, maar na een zware wedstrijd heb ik wel nog een sterke sprint in mijn benen."
In hotel 'Paradores' aan het strand van Javea bevestigt de ploegleiding onomwonden dat Kroon de speerpunt van de jonge talenten is. Als er iemand vanuit die generatie kan doorbreken, is hij het. "Dat ik nu tot de A-kern behoor, zie ik niet alleen als een teken van waardering. Ook als een bevestiging. Soms is het een nadeel om in een sterke ploeg als de Rabobank te zitten. Het is moeilijk om daar een plaats af te dwingen, om bij de gevestigde orde te komen. Nu ik dit zware programma kan rijden, kan ik fysiek ook weer sterker worden. Het gevoel dat ik enkel anoniem meefiets is verdwenen. De grote klassiekers, daarvoor heb ik het al jarenlang allemaal gedaan."