door Ina Eggink UTRECHT/AMSTERDAM - Medicijnen die de vorming van nieuwe bloedvaten rond kankergezwellen tegengaan, blijken bij sommige patiënten de ziekte geheel tot stilstand te brengen. Dat wijzen onderzoeken van het Universitair Medisch Centrum Utrecht en het VU Medisch Centrum (VUMC) in Amsterdam uit. In Utrecht zijn onder leiding van prof. dr. E. Voest 24 patiënten met het middel angiostatine behandeld.
Bij meerdere patiënten die allen kanker in een vergevorderd stadium hebben, werd de tumorgroei langdurig tot staan gebracht. Bij sommigen zelfs meer dan tien maanden. Professor Voest noemt het zeer ongebruikelijk dat bij patiënten die al meerdere vormen van chemotherapie hebben gekregen, de kanker alsnog stabiliseert.
In het VUMC hebben 24 patiënten met een niet meer te stuiten kanker een gelijksoortig proefgeneesmiddel (endostatine) gekregen. Ook hier werd bij een deel van deze patiënten de ziekte tot staan gebracht.
![Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (284x426, 12kb)](../fotos/bin.artikel.voorpagpinedo.jpg)
|
Professor dr. B. Pinédo (Foto: frans jongen)
|
"Bij één patiënt hebben we zelfs een verkleining van de tumor waargenomen", aldus onderzoeksleider professor dr. B. Pinédo. "Naast de hoopgevende resultaten is verder belangrijk dat we niet of nauwelijks bijwerkingen zien van de medicijnen." Tumoren groeien naarmate ze meer voeding krijgen via nieuw gevormde bloedvaatjes. Dit proces wordt angiogenese genoemd.
Endostatine en angiostatine voorkomen de vorming van nieuwe bloedvaatjes en zorgen voor vaatvernauwingen.
De voeding naar het gezwel wordt gestopt waardoor het groeiproces tot staan wordt gebracht.
Het onderzoeksteam van Pinédo heeft nog een tweede succes geboekt. Tot voor kort moest de endostatine via een permanent infuus worden toegediend. Dat is een bewerkelijke procedure en voor de patiënt bovendien belastend. Inmiddels is gebleken dat de werkzame stof ook via injecties onderhuids kan worden ingespoten. Pinédo: "Het blijkt dat de spiegel van de werkzame stof in het bloed te vergelijken is met die van patiënten die endostatine via een infuus kregen. Amerikaanse artsen die eveneens onderzoek doen naar angiogenese-remmers zijn nieuwsgierig naar onze bevindingen en hebben ons uitgenodigd onze studie op een congres toe te lichten."
De Nederlandse oncologen benadrukken dat de onderzoeken zich nog in een vroege fase bevinden. De resultaten zijn echter bemoedigend en beide studies worden dan ook uitgebreid. In Utrecht worden nog eens acht patiënten behandeld. In het VUMC mogen dit jaar twaalf tot twintig extra patiënten deel nemen aan de experimentele behandeling. In dit ziekenhuis wordt bovendien de dosis verhoogd om te kijken of bij patiënten die tot nu toe minder goed reageren, een beter resultaat gehaald wordt.