HONGKONG/ HILVERSUM - In China wordt hij regelmatig op straat door voorbijgangers bedankt voor het sponsorgeld dat Philips heeft gestoken in het succesvolle Chinese voetbalelftal. Rob Westerhof kan wel lachen om wat hem soms overkomt als bestuursvoorzitter van de Regio Philips Oost-Azië (waaronder naast China ook Hongkong en Taiwan vallen). Een gesprek over Mao-pakken, Philips-stropdassen, hoge ambities en felle concurrentie.
|
ROB WESTERHOF
...Japanse en Koreaanse
merken voorblijven...
|
Met vallen en opstaan heeft Philips een sterke positie opgebouwd in China. Nadat in de jaren twintig de gloeilampen uit Eindhoven er voor het eerst op de markt kwamen, is het land met de grootste bevolking ter wereld inmiddels na Noord-Amerika en Europa de op twee na belangrijkste regio voor het Nederlandse elektronicaconcern geworden.
Volgens Westerhof reiken de ambities van Philips echter veel verder in China, een land dat zich langzamerhand een volwaardig lid van de internationale gemeenschap begint te voelen. In 2005 moet 20% van de Philips-omzet er vandaan komen, terwijl dat aandeel nu nog op 11% ligt.
Westerhof is in China lichtelijk bekend geworden door een partij tennisvoetbal die hij onlangs rechtstreeks op televisie heeft gespeeld tegen Bora Milutinovic, de succesvolle coach van het Chinese voetbalelftal. Westerhof, een voormalige jeugdspeler van het Rotterdamse Sparta, verloor het wedstrijdje nipt met 15-13. Maar het heeft er wel voor gezorgd dat hij in China dikwijls wordt herkend op straat.
Het komt daardoor ook wel eens voor dat de Philips-bestuurder er door voorbijgangers wordt bedankt voor het sponsorgeld dat de Nederlandse elektronicagigant in het Chinese voetbalteam heeft gestoken. Mede door de investeringen van hoofdsponsor Philips hebben de trotse Chinezen zich dit jaar namelijk voor het eerst in de historie weten te plaatsen voor de eindronde van het WK Voetbal.
Volgens Westerhof geeft het ook aan wat voor een voorname positie het Nederlandse concern met name in de laatste twintig jaar heeft opgebouwd in China; een land dat lange tijd een minderwaardigheidsgevoel heeft gehad, maar tegenwoordig blaakt van het zelfvertrouwen.
Westerhof herinnert zich echter ook nog de enigszins stuntelige manier waarop Philips in 1979 één van zijn eerste handelsdelegaties naar China stuurde. Dat was één jaar nadat politiek leider Deng Xiaoping het land openstelde voor de buitenwereld.
"Als presentje hadden we destijds stropdassen voor de Chinezen meegenomen. Maar tot onze verrassing bleken ze daar allemaal in Mao-pakken rond te lopen. Daarop hebben we de dassen maar weer mee naar huis genomen", lacht de topman, die al bijna 35 jaar voor Philips werkt.
In de ruim twee decennia die sindsdien zijn verstreken, hebben echter alle Philips-presidenten - van Nico Rodenburg tot Gerard Kleisterlee - fors geïnvesteerd in China. Tegenwoordig beschikt het concern er over 26 joint ventures, die met name componenten, halfgeleiders en consumentenelektronica produceren.Volgens Westerhof zijn deze activiteiten, die werk bieden aan 40.000 mensen en een jaarlijkse omzet genereren van €7,5 miljard, vrijwel allemaal winstgevend.
Voor de komende jaren ziet Westerhof enorme mogelijkheden voor Philips in China. In 2010 zal het land naar verwachting een grotere economie hebben dan Japan. Voor een toenemend aantal Chinezen zullen de breedbeeldtelevisies en dvd-spelers van Philips dan ook binnen handbereik komen. Niettemin blijven ook de minder luxe consumentenelektronica, lampen, en medische en huishoudelijke apparaten er gretig aftrek vinden, zo denkt de topman.
En hoewel de mobiele telefoons van Philips bepaald geen succes zijn geworden in Europa, verwacht Westerhof er in China veel te kunnen verkopen. Dit jaar gaan er volgens hem anderhalf tot twee miljoen 'mobieltjes' met het Philips-merk over de toonbank in het Aziatische land. In 2002 moeten dat er zeker 20% meer zijn, aldus Westerhof.
Ondanks de krachtige economische groei in China van gemiddeld ruim 7,5% per jaar, zijn de loonkosten er nog steeds laag. China blijft daarom voor Philips een aantrekkelijk land om in te investeren. Afgelopen voorjaar heeft Philips aangekondigd $1miljard te steken in een nieuwe halfgeleiderfabriek in China. Die gaat werk bieden aan circa 4000 Chinezen. Door de huidige malaise in de chipsector, die het elektronicaconcern dit jaar overigens diep in de rode cijfers heeft gedrukt, is echter besloten de bouw een half jaar te vertragen. Daardoor zal de fabriek naar verwachting pas in 2003 worden opgeleverd.
Westerhof realiseert zich dat er naast kansen ook bedreigingen voor Philips bestaan in China. Vele concurrenten willen profiteren van de lage loonkosten in het land. "Er gaat geen dag voorbij of er staat wel weer een aankondiging in de krant van een bedrijf dat een miljardeninvestering doet in China." Door de toetreding van China tot de WTO verwacht Westerhof dat Philips ook meer tegenstand zal ondervinden van de Chinese elektronicabedrijven. "De lokale bedrijven zullen zich eveneens gaan richten op de export, terwijl ze daarmee tot nog toe niet erg actief zijn geweest."
Ten opzichte van de concurrentie heeft Philips echter één belangrijk voordeel in China. Het merk van het Nederlandse concern is er bekender dan die van naaste concurrenten als Sony, Siemens, Samsung, Panasonic en LG.
Westerhof is echter nog niet tevreden met de elfde plaats die Philips inneemt op de ranglijst van de bekendste merken in China. "Ons doel is om ergens tussen de vijfde en tiende plek te staan. Coca-Cola zullen we niet kunnen inhalen. Maar we willen wel de grote Japanse en Koreaanse merken voorblijven."