DEN HAAG - Het poldermodel dreigt te verloederen. Deze kritiek is dit jaar veelvuldig te horen geweest. Ondanks alle mooie loonafspraken schieten de loonkosten harder omhoog dan bij onze belangrijkste handelspartners, waarschuwde Nout Wellink, president van De Nederlandsche Bank en een van de belangrijkste criticasters bijvoorbeeld.
|
Volgens het VNO-NCW is kritiek op het polderodel 'modieus'. (Eigen foto)
|
De zeven vette jaren zijn voorbij. Daar zijn vriend en vijand het over eens. "Maar om nou te spreken van een crisis in het poldermodel, nou nee." Niek-Jan van Kesteren, algemeen directeur van werkgeversorganisatie VNO-NCW en achter de schermen al bijna tien jaar één van de belangrijkste polderarchitecten, vindt alle kritiek wel erg modieus. Met zijn handen gevouwen en heel af en toe gebaren makend, somt hij de historisch bepaalde voordelen van het model nog eens op.
"Nederland kent nu eenmaal geen absolute meerderheden. Dat is een gegeven en dus moet je praktisch zijn. In wezen doen we dat al eeuwen. De kritiek op het poldermodel is dan ook van een hoog academisch gehalte, omdat het een proces is tussen overheid, werkgevers en vakbonden, dat nooit stilstaat en altijd hoogte- en dieptepunten
meemaakt."
Het jaar 1997 was een absoluut topjaar in die cyclus, tenminste wat betreft de public relations. Toen togen FNV-voorzitter Lodewijk de Waal en toenmalig VNO-NCW- voorzitter Hans Blankert naar Duitsland om daar hand in hand een belangrijke internationale prijs in ontvangst te nemen voor onze succesvolle overlegeconomie. Toch wil het poldermodel als exportproduct voor vruchtbare arbeidsverhoudingen en een florerende economie niet echt vlotten. In Duitsland is het zogenoemde experiment 'Bündnis für Arbeit' mislukt.
Van Kesteren ziet daarin het bewijs dat het polderwonder alleen in ons laagland kan werken, én nog steeds werkt. "Belangrijkste voorwaarde is dat je verstandige mensen nodig hebt die handelen naar de economische werkelijkheid." De chemie van het huidige model zit hem in drie pijlers: een verantwoorde loonkostenontwikkeling, een flexibele arbeidsmarkt en last but not least gezonde overheidsfinanciën. "Natuurlijk is in onze democratie de politiek de bepalende macht. Maar dit land bestuur je niet vanuit het Binnenhof, daarvoor heb je in ons land nu eenmaal ook de sociale partners nodig."
De kritiek dat de politiek zijn primaat steeds meer verliest ten gunste van werkgevers en werknemers, die op hun beurt in een besluiteloze, rituele dans verstrikt zijn geraakt, vindt Van Kesteren onzin. "De tegenstelling van het primaat van de politiek tegenover het poldermodel is een valse. Ook dit jaar hebben we in de Sociaal-Economische Raad (SER) laten zien grote vraagstukken te kunnen oplossen. Daar wordt door mensen als Wellink wel erg makkelijk aan voorbij gegaan." Hierbij doelt Van Kesteren op de unanieme adviezen van de Raad over een nieuw gezondheidsstelsel, over corporate governance, over de infrastructuur (waarbij rekeningrijden werd afgeschoten) en over ruimtelijke ordening.
Desalniettemin wordt het jaar 2002 een lakmoesproef voor het poldermodel, zo geeft
Van Kesteren toe. Immers de eerste pijler staat onder zware druk. De werkgevers hebben het afgelopen jaar geen gelegenheid voorbij laten gaan te waarschuwen voor de gevaren van te hoge lonen.
Volgens de VNO-NCW-topman moeten werkgevers en werknemers volgend jaar een nieuwe slag maken, en daarvoor zijn lagere looneisen alleen niet voldoende. "Met name de vakbeweging heeft de afgelopen jaren de fout gemaakt niet te willen praten over flexibele beloningsvormen, die meeademen met de stand van de economie. Als het ergens goed gaat, kun je dan de winst flexibel uitkeren."
Flexibele resultaatbeloning om een dijkdoorbraak te voorkomen? "Ik zeg het anders. Het succes van het poldermodel hangt af van de invoering van flexibele beloning. Dat kan een einde maken aan de te lage reactiesnelheid van de bonden op veranderende omstandigheden. Achter de schermen erkent de vakbeweging deze realiteit al", aldus Van Kesteren.
Blijft over de wao. De sociale partners overleggen al maanden in de SER over een nieuw, strenger wao-stelsel. Het kabinet heeft hen al verschillende malen tot haast gemaand. Vooral de PvdA zit niet te wachten op de wao als verkiezingsonderwerp.
Van Kesteren relativeert echter de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers. "Sinds 1992 heeft de politiek geen werkbare maatregelen naar voren gebracht. Mede daardoor is de moeilijkheidsgraad van de problematiek zeer groot. Vaststaat evenwel dat de keuringen strenger moeten worden, de definitie van arbeidsongeschiktheid aangescherpt en werknemers meer financiële prikkels moeten krijgen. Januari is voor de SER een cruciale maand. Want als we er dan niet uitkomen, wordt het zeker een verdeeld advies aan het kabinet."
Toch nog oorlog in de polder? Van Kesteren blijft heer en diplomaat. "Nee, dat is nooit een alternatief. We moeten blijven praten met alle partijen, dus ook met vakbeweging en politiek. Net zoals we tegenwoordig praten met de Consumentenbond en Natuurmonumenten. Dat is de enige verstandige weg." |