BRUSSEL - De Europese Unie is het gisteren voor het eerst eens geworden over een lijst van terroristische organisaties, waaronder de Baskische afscheidingsbeweging ETA en dissidenten van de Ierse IRA. De lijst is bedoeld om die groeperingen te isoleren en een gezamenlijke Europese aanpak tegen de terroristen mogelijk te maken.
Verder is men het eens geworden over een eensluidende definitie van terroristische misdaden, is er afgesproken dat niemand terroristen onderdak zal bieden en dat er meer informatie tussen de EU-landen zal worden uitgewisseld, onder andere om te voorkomen dat deze criminelen een asielstatus krijgen.
Het hele pakket is bedoeld om de strijd tegen terroristen in Europa effectiever te maken na de aanslagen op de VS van 11 september. Verschillende EU-landen hadden nog geen speciale antiterrorisme wetgeving. De vrees was dat terreurgroepen gebruik zouden maken van de gaten in de Europese wetgeving door van het ene land naar het andere te bewegen, wat makkelijk kan door het wegvallen van de binnengrenzen.
De Unie heeft gisteren ook besloten de financiële tegoeden te bevriezen van de Palestijnse terreurgroep Islamitische Jihad en van de Hamas Izzedine al-Qassam, die door Brussel beschouwd wordt als de terroristische vleugel van Hamas. Van groepen of burgers binnen de EU zijn nog niet meteen tegoeden bevroren omdat de nationale overheden van de 15 lidstaten dat moeten doen.
Eerder deze maand werden de 15 EU-landen het al eens over een Europees arrestatiebevel en een eensluidende strafmaat voor terroristen. De lijst die nu is opgesteld, omvat o.m. de ETA en vijf aanverwante groeperingen, de Real IRA en de Continuity IRA, vier Noord-Ierse protestante groeperingen, de Orange Volunteers, Loyalist Volunteer Force en de Ulster Defense Association/Ulster Freedom Fighters.
Spanje reageerde verheugd op de lijst van de EU. "De aanslagen op 11 september hebben in ieder geval positieve consequenties gekregen, nl. de bevestiging dat terroristische groepen niet de enige zijn die moorden, maar ook degenen die hulp en geldsteun geven aan deze groepen", zei Pio Cabanillas, de woordvoerder van de Spaanse conservatieve premier Jose Maria Aznar.
De Spanjaarden kregen echter niet voor elkaar dat ook Herri Batasuna, de politieke vleugel van de Spaanse afscheidingsbeweging ETA, op de lijst werd gezet. Wel werden 21 individuele Spaanse burgers, die ervan verdacht worden relaties te onderhouden met de ETA, daar in opgenomen.
In de Baskische regio werd echter negatief op de EU-lijst gereageerd, die als een 'negatief Europees precedent' werd voorgesteld. Zo waarschuwde de pro-onafhankelijkheidskrant Gara dat Aznar door de lijst legitimiteit zou verwerven voor 'repressieve acties' tegen een ieder die een onafhankelijk Baskenland voorstaat.