NEW DELHI - De vrees voor een grootschalige oorlog tussen India en Paki-stan is weer sterk toegenomen na urenlange nachtelijke beschietingen tussen militaire troepen van beide zijden in Kashmir. Vele doodsbange mensen ontvluchtten gisteren hun huizen nadat het Indiase leger de inwoners van veertig dorpen in het grensgebied 36 uur de tijd had gegeven om hun woningen te verlaten.
Daarmee kwam een einde aan twee dagen van relatieve rust. Islamabad riep aartsvijand India gisteren op zijn troepen langs de grenzen met Pakistan terug te trekken en onderhandelingen te beginnen om het oorlogsgevaar af te wenden.
Premier Atal Behari Vajpayee van India verklaarde gisteren niet bereid te zijn tot een persoonlijk gesprek met president Musharraf van Pakistan wanneer beide leiders volgende week een regionale topontmoeting in Nepal bijwonen.
Vajpayees afwijzende houding droeg bij aan de vrees voor een groeiend risico op een nucleaire confrontatie tussen de twee landen.
Inmiddels staan in het grensgebied tienduizenden zwaar bewapende militairen opgesteld en zijn in totaal zeker zo'n tienduizend mensen op de vlucht geslagen.
Aanleiding tot de opgelopen spanningen tussen de rivaliserende kernmachten is de zelfmoordaanval van Pakistaanse terroristen op het Indiase parlement op 13 december van dit jaar, waarbij vier mensen om het leven kwamen.
New Delhi beschuldigt Pakistan ervan met de overval het politieke leiderschap in India in één klap te hebben willen uitroeien. Inmiddels hebben beide landen een reeks van politieke en economische sancties tegen elkaar afgekondigd. Twee jaar geleden vochten beide landen een beperkte strijd uit in het omstreden Kashmir, het overwegend door moslims bewoonde gebied in de Himalaja, dat zowel door het islamitische Pakistan als het grotendeels door hindoes bewoonde India wordt opgeëist. Ook in 1987 gingen beide landen elkaar gewapenderhand te lijf.
Toen beide landen in 1947 onafhankelijk werden van het Verenigd Koninkrijk werd Kashmir aan India toegewezen, dat sindsdien weigert over de status van de omstreden regio te onderhandelen.
Terwijl beide landen troepen hebben samengetrokken langs hun ruim 3300 kilometer lange grens, proberen de Amerikanen de lont uit het kruitvat te halen om een nieuwe oorlog aan de grenzen met Afghanistan te voorkomen.
Het dilemma is voor de direct betrokken landen nauwelijks groter dan voor de Verenigde Staten. India was een bondgenoot van het Oostblok, maar koos na afloop van de Koude Oorlog voor het Westen.
Pakistan was het Westen sinds 1947 weliswaar goedgezind, maar was ook een van de slechts drie landen die het Talibanbewind in Afghanistan erkenden en die de separatistische moslimactivisten in Kashmir met raad en daad steunde. Na de aanslagen van 11 september werd het land een bondgenoot van de VS en hielp het mee de Taliban te verdrijven. India voelt zich nu van zijn bevoorrechte plaats verdrongen en hoopt met oorlogsdreiging zijn aartsvijand de loef weer af te steken.
India en Pakistan hebben zich ruim drie jaar geleden met enkele proefexplosies in de rij der kernmogendheden geschaard. Maar het gebrek aan veiligheidsmechanismen, die een vergissing op politiek niveau en een onbedoelde confrontatie met kernwapens zouden kunnen verhinderen, baart de rest van de wereld grote zorgen.
India heeft zelfs nu nog geen speciale commandostructuur voor zijn nucleaire arsenaal. Het enige dat bekend is, is dat de sleutel voor India's atoombom in handen van de premier is. Volgens het ministerie van Defensie in New Delhi ziet India zijn kernwapens als een afschrikwapen, terwijl Pakistan de atoombom voor het slagveld heeft ontwikkeld.