FRANKFURT - In 2001 zijn ruim 25.000 mensen omgekomen bij aardbevingen, overstromingen en andere natuurrampen. Dat is meer dan tweemaal zoveel als het jaar ervoor, zo heeft de Duitse verzekeraar Munich Re, de grootste van de wereld, becijferd.
Het was de grote aardbeving in de Indiase deelstaat Gurajat die met 14.000 slachtoffers het dodental meteen in januari al ver boven de 10.000 doden van 2000 joeg.
De kostbaarste ramp was de tropische storm Allison die in juni de Verenigde Staten trof, en waarbij onder andere 100.0000 auto's verloren gingen. Het aantal slachtoffers was met 25 relatief laag. Maar er werd voor 6 miljard dollar schade aangericht. Bij de berekeningen van Munich Re zijn de terreuraanslagen van 11 september in de VS niet meegerekend, omdat die mensenwerk waren.
Na de aardbeving in India waren de ergste rampen van 2001: de aardbeving en aardverschuivingen in El Salvador (850 doden); overstromingen in Algerije (750 doden); de februari-kou in Afghanistan (650 doden); en overstromingen in Vietnam en Cambodja (440 doden).
De schade door natuurrampen bedroeg dit jaar 36 miljard dollar. In 2000 was er sprake van zo'n 30 miljard dollar aan schade als gevolg van natuurrampen.
De verliezen in de afgelopen twee jaar zijn echter bescheiden te noemen vergeleken met het rampjaar 1999 toen aardbevingen in Turkije, Taiwan en Griekenland en stormen in Europa voor 100 miljard dollar schade aanrichtten, en 70.000 doden vielen.
(AP)