door Menzo Willems DEN HAAG - Maleisië, Indonesië, Taiwan en andere voormalige VOC-'koloniën' zijn woedend op Nederland omdat zij niet worden betrokken bij de festiviteiten voor het 400-jarig jubileum van de Verenigde Oost-indische Compagnie (VOC), dat volgend jaar uitgebreid in ons land wordt gevierd.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft namelijk besloten in deze landen terughoudend te zijn met de promotie van het VOC-feest dat bij hen mogelijk nare herinneringen aan uitbuiting en onderdrukking zou kunnen oproepen.
Volgens directeur Ruud Spruit van het Westfries museum in Hoorn, een van de belangrijkste VOC-steden, werkt deze "politiek correcte houding" volkomen
averechts omdat de Aziatische landen nú juist beledigd zijn.
"Ze zijn trots op hun VOC-verleden, restaureren oude Nederlandse forten en houden er gigantische congressen over," aldus de museumdirecteur. "Daarom willen ze graag met de festiviteiten meedoen."
Hij wijst erop dat hij door musea en universiteiten in Azië wordt platgebeld en gemaild met verzoeken om tentoonstellingen te komen organiseren en lezingen te komen houden over de VOC. "We gaan nu met een tegeltjesexpositie naar Taiwan en Japan," zegt Ruud Spruit
De directeur van het Westfries museum illustreert de terughoudende Nederlandse opstelling met twee pijnlijke ervaringen: "Ik bezocht onlangs congressen over de VOC op Taiwan en in Maleisië. Onder de circa 600 congresgangers uit de hele wereld bevonden zich welgeteld twee Nederlanders, Kees Zandvliet van het Rijksmuseum en ikzelf. Terwijl de congressen nota bende gingen over de Nederlandse archieven."