door Jolande Westdorp ROTTERDAM - De moord op de jonge moeder Gitta van der Goot (32) uit Rotterdam - gewurgd in het bijzijn van haar spelende baby - blijkt een Turkse samenzwering te zijn. Het gruwelcomplot is vrijwel zeker opgezet door Gitta's Turkse echtgenoot die een minnares had en van zijn vrouw afwilde. Het ziet ernaar uit dat de vorige week opgepakte plaatwerker Ali B. (35) een huurmoordenaar uit zijn geboorteland heeft ingeschakeld om zijn vrouw Gitta uit de weg te ruimen.
Deze Turkse illegaal, Mehmet K. (27), zit eveneens achter de tralies. Vast staat dat hij rond het tijdstip van de moord in Gitta's woning aan de Gerdesiaweg is geweest. Ook de nieuwe vlam van Ali B., de 26-jarige Kadriye G. uit Turkije, is als potentiële medeplichtige in de boeien geslagen.
Gitta van der Goot werd begin september in haar woning om het leven gebracht. Het misdrijf gebeurde in het bijzijn van haar elf maanden oude baby. Het jongetje was op dat moment uit zijn bedje en kroop door het huis. De baby is zeker anderhalf uur alleen geweest met zijn dode moeder. De Rotterdamse werd rond lunchtijd door haar man gevonden. Ali B. kwam op dat moment zogenaamd thuis om te eten en belde 'volledig overstuur' de politie. De Turk zegt Gitta hangend aan een elektriciteitsdraad aan een verwarmingsbuis in haar slaapkamer te hebben gevonden. Toen de recherche arriveerde, lag ze dood naast het bed.
Opvallend genoeg vertoonde de voordeur geen sporen van braak en moest de moordenaar ofwel zijn binnengelaten of zelf met een sleutel de portiekflat zijn binnengedrongen. De politie nam onmiddellijk het zekere voor het onzekere en kamde niet alleen de woning, maar ook de BMW van Ali B. uit op sporen.
Niemand uit de onmiddellijke omgeving van het jonge en graag geziene gezin verdacht de Turkse plaatwerker van betrokkenheid. Buren schetsten destijds 'hoe buitengewoon lief en zorgzaam' Ali B. met zijn vrouw en zoontje leek om te gaan. Ondertussen had de man echter al maanden een buitenechtelijke relatie met de jonge Kadriye G. Ook dat vriendinnetje blijkt tijdens de moord vlakbij de Gerdesiaweg te zijn geweest, terwijl de Turkse aan de andere kant van de stad woont en weinig in die buurt had te zoeken. Verder is vastgesteld dat Ali B. op de dag van de moord in voortdurend telefonisch contact stond met zijn minnares Kadriye G. en met de illegaal Mehmet K.