BRUSSEL - Op 1 januari begint de Euronext-beurs met twee nieuwe marktsegmenten, bedoeld om de small- en midkapfondsen wat meer in de schijnwerpers te zetten. Tot nu toe hebben zich 250 bedrijven aangemeld voor het predikaat 'NextEconomy' (voor nieuwe technologiën) of 'NextPrime' (oude economie). Eén van de reeds toegelaten bedrijven is Euronext zelf, zo heeft de beursorganisatie gisteren bekendgemaakt.
|
Fondsen van NextEconomy en NextPrime vormen de ruggengraat van de Europese economie, aldus de Parijse beursvoorzitter Olivier Lefebvre (rechts). (Foto: EPA)
|
De bedoeling is dat alle deelnemende fondsen geleidelijk strikte regels voor hun financiële berichtgeving invoeren. Dat moet de belegger meer en beter vergelijkbare informatie bieden, in de hoop dat die meer interesse krijgt in de tweede divisie van de beurs.
"Deze bedrijven vormen de ruggengraat van de Europese economie", zei de Parijse beursvoorzitter Olivier Lefebvre gisteren bij de presentatie van de nieuwe marktlabels. "We willen ze hiermee een grotere zichtbaarheid geven en een betere toegang tot liquiditeiten."
De bedrijven moeten onder meer vanaf 1 januari a.s. hun berichten in het Engels publiceren, minstens twee keer per jaar de analisten op de koffie vragen, financiële informatie via hun website verspreiden en een overzicht geven van alle vergaderingen en data waarop de cijfers worden gepubliceerd.
Om aan de zwaardere eisen te voldoen, krijgen de bedrijven wat meer tijd. Pas per 1 januari 2004 is de publicatie van kwartaalcijfers verplicht en het rapporteren in de International Accounting Standaard (IAS). Dat laatste is één jaar voordat de Europese Commissie de IAS-norm verplicht stelt.
De financiële transparantie wordt echter niet tot op het bot doorgevoerd. Zo wordt de bedrijven slechts aangeraden, maar niet verplicht, de handelsactiviteiten van het management te publiceren en twee onafhankelijke leden in de bedrijfstop te benoemen in het kader van corporate governance. Volgens Martine Charbonnier, hoofd notering in Parijs, heeft dat te maken met het feit dat veel Franse beursfondsen nog voor een deel in handen van families zijn die geen trek hebben in pottenkijkers op dit terrein. "Het is een compromis, een eerste stap", aldus Charbonnier.
In principe komen alle aan de Euronext genoteerde bedrijven in aanmerking voor het label, mits zij continu worden verhandeld. Er is geen omzetcriterium, noch is er een ondergrens voor het deel van de aandelen dat vrij verhandelbaar is.
Euronext gaat vanaf 1 januari twee indices publiceren voor NextEconomy en Nextprime, waarin alle tot de segmenten toegelaten bedrijven meewegen (mits zij niet al in de grotere indices meedoen). De indices gaan van start met resp. 91 en 96 bedrijven.
In Amsterdam hebben onder meer Simac, Seagull, C/Tac Align en Delft Instruments de status van NextEconomy aangevraagd. Voor het predikaat NextPrime hebben zich o.a. Arcadis, Sligro, Van der Moolen, Brunel, Grontmij en Stork aangemeld.