
|
Het rode doek is verdwenen en daar staat de primeur van Toyata. De Formule I-bolide, die bestuurd zal gaan worden door de Fin Mika Salo (l) en de Schot Alan McNish, is het eerste product van de Japanners op het hoogste autosportniveau. (Foto: AP)
|
KEULEN - IJzel, sneeuw en mist hebben duizenden belangstellenden en genodigden, onder wie 'godfather' Bernie Ecclestone, er niet van weerhouden gistermorgen in Duitsland aanwezig te zijn bij de officiële teampresentatie van Panasonic Toyota Racing dat komend jaar in de Formule 1 zal debuteren. Bij die gelegenheid werd tevens de nieuwe TF102-bolide onthuld waarmee de Fin Mika Salo en de Schot Alan McNish vanaf 7 januari op het circuit van Catalonië gaan testen. Dan ook zullen de coureurs en technische staf onder leiding van chef-ontwerper Gustav Brunner een indicatie krijgen waar zij ten opzichte van de concurrentie staan. Afgelopen jaar kon nog alleen maar solistisch getest worden vanwege het feit dat Toyota formeel nog niet tot de club van Formule 1-teams was toegetreden.
Hoewel het in dubbel opzicht een unieke gebeurtenis betrof omdat de Japanse automobielfabrikant nimmer eerder bij de Formule 1 betrokken was, maar zich wel als eerste van de overige elf teams voorstelde. Voor Toyota valt te hopen dat er straks op de circuits meer 'schwung' in het team zit dan tijdens de matte en voorgekouwde presentatie in Keulen. De zaal werd verzocht geen vragen te stellen aan de betrokkenen, er mocht geen kijkje in de fabriek worden genomen en hoe origineel (!), de twee coureurs trokken het rode doek van de wagen weg, die zich op het oog nauwelijks onderscheidde van andere Formule 1-bolides.
Komisch was wel het optreden van de Japanse bestuursvoorzitter van Toyota Motorsport GmbH, Tsutomu Tomita. Tomita, tevens directeur van Toyota Motor Corporation, was met zijn gebrabbel in het Engels zo onbegrijpelijk en onverstaanbaar, dat zijn speech gelukkig in de persmap kon worden nagelezen. Ook de Zweedse president van TMG, Ove Andersson, wekte enig gefrons onder zijn gehoor. Bij hem gierden de zenuwen kennelijk dusdanig door de venen dat hij zijn speech geleidde met schrapende keelgeluiden die via de geluidspeakers een aanslag op de trommelvliezen waren. Nog veel leuker zou het geweest zijn als Minardi-teambaas Paul Stoddart door Andersson was uitgenodigd, want Stoddart is nog steeds ziedend over de wijze waarop zijn ontwerper Brunner voor veel geld door Toyota werd geronseld. Het was een van de incidenten waarom Andersson het vermoeden uitsprak dat Toyota niet welkom zou zijn bij de andere teams. Hij ontkent dat zo te hebben gezegd, maar de bekentenis staat 'op tape' bij een buitenlandse collega.
Het twaalfde Formule 1-team betekent desondanks een aanwinst voor het grandprixcircus van Ecclestone die overigens wat bedenkelijk keek toen Andersson hem 'godfather' noemde. Alle voorwaarden (geld, fabriek, straks een windtunnel en een afdeling onderzoek en ontwikkeling in Japan) zijn aanwezig om in de toekomst succesvol te zijn. Wel zijn Andersson en Brunner zo reëel te erkennen dat alle begin moeilijk zal zijn. "Succes is niet alleen een kwestie van geld", stelde de Zweed, die niet inging op de gewekte suggestie dat zijn team over een jaarbudget beschikt waar zelfs Ferrari jaloers op kan zijn.
"Het gaat er vooral om dat je als team kunt opereren. We beschouwen volgend jaar dan ook als een leerschool, waarbij we ons zo goed mogelijk proberen te kwalificeren en races zien uit te uitrijden".
Om die synergie binnen het team op te bouwen is Brunner niet meteen begonnen een state of the art-, maar een begrijpelijke, conservatieve wagen te ontwerpen. "Ik heb de wagen zo simpel gehouden als maar kan", zei de Oostenrijker, die samenwerkt met de technische partners Michelin, Esso, Magneti Marelli en EMC (software).
Jaguar-rijder Pedro de la Rosa weet zich in elk geval een gewaarschuwd man. Hij behoort niet tot de sceptici, die menen dat een beginnend Formule 1-team een lange weg heeft af te leggen. "Hou die 'guys' in de gaten. Ze hebben een groot en goed georganiseerd team en ik ben ervan overtuigd dat zij progressie gaan maken.
Bovendien hebben ze afgelopen jaar ontzettend veel getest en Salo en McNish zijn jongens die klaar voor de 'job' zijn", aldus de Spanjaard die aan Jaguar (voorheen Stewart) heeft kunnen zien dat een seizoenspresentatie nog iets anders is dan een prestatie tijdens een grandprixweekeinde.