DEN BOSCH - Automatiseerder LCI, die sinds vorige maand in surseance van betaling verkeert, gaat in afgeslankte vorm verder. Tien gezonde dochterbedrijven (in Nederland, België, Luxemburg en Denemarken) worden ondergebracht in de nieuwe holding BTG (Benelux Technology Group). De overige, verliesgevende, onderdelen worden gesloten of verkocht.
De dochters in BTG waren in het boekjaar 2000/2001 goed voor een omzet van 169 miljoen en boekten een nettowinst van 3,8 miljoen.
Directie en bewindvoerders hebben voor de oude holding LCI Technology Group faillissement aangevraagd.
Van de koers van het aandeel LCI bleef gisteren op de Amsterdamse beurs weinig over: van de toch al weinig florissante 0,28 van vorige week stortte de notering gisteren in tot 0,07 aan het slot van de handel. Bij LCI werkten begin dit jaar nog ongeveer duizend mensen, verspreid over veertien landen. Daarvan blijven er nu zeshonderd over. In Nederland blijft het banenverlies beperkt tot veertien plaatsen op het hoofdkantoor in Den Bosch.
LCI, producent van de smartpen, maakte zijn reddingsplan gisteren bekend. De huidige drastische ingrepen zijn nodig om in elk geval de gezonde bedrijfsonderdelen nog een toekomst te bieden.
LCI kwam eerder dit jaar in acute geldnood door een niet gedekt tekort van 30 miljoen bij zijn Oostenrijkse dochterbedrijf CCW. De problemen kwamen lange tijd niet aan het licht doordat men het tekort in de boekhouding verdoezelde. Met name twee directeuren en de controlerende accountant zouden zich hieraan schuldig hebben gemaakt. De Oostenrijks justitie onderzoekt de zaak inmiddels.
Lex van Drooge, directeur van de nieuwe BTG, zei niet uit te sluiten dat dit onderzoek een Nederlands staartje krijgt.
De betrokkenen zouden jarenlang hebben gesjoemeld met omzet- en winstcijfers.
Het totale verlies van deze praktijken in Oostenrijk wordt voorlopig becijferd op Hlf. 40 à Hlf. 50 miljoen. Dat is ongeveer de helft van de totale schuldenlast van LCI, die is overgegaan naar de nieuwe holding. De sanering van deze schuldenlast kan vlot gaan als de juridische procedure die LCI heeft lopen tegen het Amerikaanse Motorola gunstig uitvalt. LCI begon de procedure in 1997 in België wegens contractbreuk en claimt $237 miljoen. De rechter velt mogelijk op 31 december een vonnis.
De Nederlandse bestuurders brachten de malversaties in Oostenrijk aan het licht nadat zij in september van dit jaar er het roer hadden overgenomen. Vlak daarvoor was het zittende management van de houdstermaatschappij de laan uitgestuurd omdat de betalingsachterstand van afnemers was opgelopen tot 18 miljoen.
Door die achterstand was LCI genoodzaakt om in Oostenrijk uitstel van betaling aan te vragen.
Vorige maand stapte Sam Asseer al op als voorzitter van de raad van bestuur. De Canadese topman werd opgevolgd door Willem Nijboer.
De smartpen van LCI werd altijd beschouwd als het paradepaardje van de onderneming. Deze 'toverpen' zou de grote winstmaker moeten worden. Het apparaat herkent de gebruiker aan zijn handtekening, en wordt beschouwd als een betere oplossing voor beveiligingsproblemen in het elektronische verkeer dan de vingerafdruk en de oogscan.
De smartpen gaat nu echter in de verkoop. In het product is 20 miljoen geïnvesteerd. Daar stonden vrijwel geen inkomsten tegenover. Het bedrijfsonderdeel naar de beurs brengen, zoals aanvankelijk het plan was, is in het huidige klimaat geen optie. De investeringen in het geldverslindende project, mede de oorzaak van de financiële problemen, worden nu stopgezet. "We gaan de strijd met de windmolens niet aan", zei Van Drooge.